"HOOIZAADHOEVE", zie houten naambord. Hoevesite, als dusdanig reeds aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778), met ten zuidoosten van de hoeve een dreef naar de Handzamevaart. Op het primitief kadasterplan (circa 1827, eigenaar is dan de Brugse rentenier Van Caloen Depotter) weergegeven als een hoeve met drie losse bestanddelen met U-vormige opstelling. Ten oosten van het erf, boerenhuis binnen een U-vormige omwalling (achter het huis een 'hof'), wat men zou kunnen interpreteren als een omwald opperhof. Ten westen van de hoeve, een ruime boomgaard. Op de Atlas der Buurtwegen (circa 1845) (zie illustratie) ziet men dezelfde constellatie, evenals de omwallingen van de er tegenover gelegen hoeve (nummer 4, op vandaag volledig verbouwd). Deze omwallingen zijn echter niet weergegeven op de Ferrariskaart, nummer 4 is nog niet gebouwd. Circa 1899 (1904/"plus de 5 ans") worden de drie gebouwen uitgebreid en wordt naast het woonhuis een klein nutsgebouw opgetrokken. De omwalling wordt voor het laatst weergegeven. In 1938 (sic) wordt een bijkomende loods gebouwd. Circa 1948 (1953/"plus 5 ans") worden twee nieuwe nutsgebouwen bijgebouwd en wordt het woonhuis achteraan uitgebreid.

Op vandaag heeft de hoeve een erg verbouwd karakter, enkel het huis en een stalling bewaren een oudere kern.
Ten oosten van het erf, boerenhuis met 18de-eeuwse kern. Circa 1899 en circa 1948 wordt het huis aan de achterzijde uitgebreid. Verankerde witgeschilderde baksteenbouw boven gepekte plint, onder zadeldak (rode Vlaamse pannen, geknikte dakoverstek) met hogere nok voor de opkamer. Twee opkamertraveeën + vier traveeën. Getoogde muuropeningen onder strek, vernieuwd houtwerk met luiken. Aan de achterzijde, geelbakstenen uitbreiding van twee bouwlagen onder plat dak, uit het midden van de 20ste eeuw.

Achter het boerenhuis, bakhuisje van na de Eerste Wereldoorlog. Gele baksteenbouw onder zadeldaken (mechanische pannen).
Ten zuiden van het erf, 19de-eeuwse stalling onder zadeldak (mechanische pannen). Getoogde muuropeningen onder strek.