Hoeve uit de wederopbouwperiode van de jaren 1920, aansluitend bij het traditionele langgeveltype (stal aanleunend bij het boerenhuis). Oriëntatie parallel aan de straat met voorliggend begraasd erf. Volgens het kadaster wordt de hoeve samen met een kleiner achterliggend parallel volume gebouwd in 1923 door T. Spruytte-Schouteten. In 1949 wordt de hoeve uitgebreid met drie landgebouwen en wordt het achterliggend landgebouw vergroot.
Lage geel/ oranje baksteenbouw. Boerenhuis van vier traveeën onder zadeldak (rode mechanische pannen) met brede, geknikte dakoverstek op uitgelengde klossen. Rechthoekige vensteropeningen onder korfbogige ontlastingsboog, houtwerk vermoedelijk vernieuwd naar oud model: twee- en drieledige kruisramen met beluikte benedenvakken.
Rechts aansluitend, stal. Negen traveeën onder lager zadeldak (rode, mechanische pannen) met brede, geknikte dakoverstek op uitgelengde klossen. Korfbogige deuropeningen onder strek, rechthoekige onder betonnen latei, rechthoekige stalvensters onder korfbogige ontlastingsboog. Bewaarde bruingeschilderde staldeuren. Rechter zijgevel met beluikt korfbogig laadvenster. Achterliggend nutsgebouw, niet zichtbaar van op de openbare weg.
Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Baert, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)