De Fauconniersmolen is een 19de-eeuwse maalvaardige stenen korenwindmolen van het type bovenkruier (stellingmolen).
De molen werd gebouwd in 1845 als olie- en graanwindmolen door Maria Amalia De Boever, weduwe van Petrus Fauconnier. In 1953 werd de molen geschonken aan de vzw Les amis de la Commission Royale de Monuments et des Sites die destijds ook eigenaar was van de Kalfmolen te Knokke en de Stenen Molen te Zwevegem. Deze vereniging wilde van de molen een toeristische bezienswaardigheid maken langs de drukke steenweg Brussel-Oostende. In 1976 brandde de molen volledig uit maar hij werd nadien volledig hersteld door de firma Cottenier uit Aalbeke met een geheel nieuw binnenwerk naar ontwerp van architect Fernand Weyers (inhuldiging op 29 juni 1984). De daaropvolgende decennia werden nog heel wat verbeteringen aangebracht die de molen maalvaardig maakten, waaronder de eerste toepassing van stalen deelbare molenroeden in Vlaanderen (in 2015).
De molen heeft een witgeschilderde bakstenen romp met een houten gaanderij ter hoogte van de tweede bouwlaag. Die romp wordt geopend door boven elkaar liggende muuropeningen aan de zuid- en westzijde: een segmentboogvormige poort of venster op de begane grond, een rondboogvenster of deur ter hoogte van de stelling en rondboogvensters daarboven. Steigergaten zijn zichtbaar net onder de kap die kruit op een paternosterring. Binnen bewaart de molen drie steenkoppels.
- D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5N2 (H-Z), Brussel - Gent.