Voormalige landarbeiderswoningen uit de eerste helft van de 19de eeuw, mogelijk met oudere kern en gebouwd op de plaats van een oudere herberg, de oostelijke woning vernieuwd in de jaren 1960.
Op deze plaats wordt reeds bebouwing weergeven op de Ferrariskaart (1770-1778). Op deze plaats situeerde zich de vroegere herberg de "Magere Merrie" of "Maghermerie", voor het eerst vermeld circa 1690, uitgebaat tot het derde kwart van de 18de eeuw. Op een kaart bij een processtuk uit 1767, wordt de woning haaks op de straat weergegeven met de vermelding "magermeirie". Aangeduid als tweewoonst op de Atlas der Buurtwegen (1847), toen vermoedelijk in gebruik als landarbeiderswoningen.
Resterende westelijke woning bestaande uit eenlaagsbouw van vijf traveeën onder zadeldak (rode en gesmoorde Vlaamse pannen, nok haaks op straat), met gecementeerde gevels met voegwerkimitatie. Noordgevel met twee opkamertraveeën en een keldervenster. Erfgevel met getoogde muuropeningen met houten schuiframen en luiken, afgeronde zuidwesthoek. Haaks ten zuidwesten een klein stalletje of zwingelkot in donkerrode baksteenbouw onder zadeldak in Vlaamse pannen. Oostelijke woning van anderhalve bouwlaag in rode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen. Inkompartij in zwarte baksteentjes.
- Rijksarchief Gent, Familiefonds, nr. 3558: Proces voor de Raad van Doornik, processtuk met plan (1767).