"Ledebeekhoeve", bestaande uit losstaande hoevegebouwen in U-vormige opstelling, met boerenhuis mogelijk opklimmend tot de 17de eeuw, aangevuld met 19de- en 20ste-eeuwse landgebouwen.

Eertijds via een erfoprit toegankelijk vanaf de Kuurnsestraat, voorheen op adres Kuurnsestraat nummer 37.
Op een kaart bij de tiendenregisters van de Sint-Maartensabdij uit Doornik (circa 1645) wordt op deze plaats bebouwing weergegeven. Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt een solitair oost-west georiënteerd volume afgebeeld. Circa 1830 (primitief kadasterplan) bestaat de hoeve uit een boerenhuis en schuur in L-vormige constellatie rondom het erf: noordelijk boerenhuis met aangebouwde stal ten oosten, westelijke schuur, op het erf bevonden zich twee kleine nutsgebouwtjes, vermoedelijk een bakhuis en stalletje. Doorheen de 19de en 20ste eeuw vinden verbouwingen plaats. Pas in 1943 worden deze wijzigingen geregistreerd bij kadaster. Vermoedelijk wordt in de loop van de 19de eeuw het boerenhuis reeds verbouwd en iets vergroot. Wellicht in het eerste kwart van de 20ste eeuw wordt het boerenhuis opgehoogd en wordt een nieuwe schuur gebouwd op de plaats van de vorige. Ten noordwesten van de hoevegebouwen verschijnen een serre en een klein stalletje. De kleine nutsgebouwtjes op het erf verdwijnen om plaats te maken voor een ast, en een bakhuis naast de erftoegang. De aangebouwde stal aan het boerenhuis wordt volledig vernieuwd, aan de noordzijde van de woning verschijnt een aanbouw. Ten noorden van de hoeve bevond zich de boomgaard.

Deels omhaagde hoevesite met bakstenen hoevegebouwen rondom een erf in losse verharding, toegankelijk aan de zuidzijde via een ijzeren hek tussen bakstenen pijlers, zijtoegang aan de westzijde rechtstreeks langsheen de Julien Ottevaerelaan.

Ten noorden van het erf het oost-west georiënteerd eenlagig boerenhuis onder zadeldak (zwartgeglazuurde mechanische pannen aan erfzijde), met 17de- of 18de-eeuwse kern, zie westelijke zijgevel met resterende vlechtingen en sporen van nokverhoging, nieuwe vensterdeur onder betonlatei. Erfgevel van zeven traveeën onder getrapt baksteenfries, getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Haakse noordelijke aanbouw van een hoog bakhuisje onder zadeldakje (mechanische pannen), thans ingericht als een deel van de woning. Aangebouwde stal ten oosten, met rechthoekige muuropeningen onder ijzeren lateien (I-profiel met rozetten). Laaddeur onder haaks overkragend zadeldakje.

Ten westen van het erf staat het grote schuurvolume, in donkerrode baksteenbouw onder zadeldak in Vlaamse pannen. Korte dakoverstek met gekartelde bebording. Zijgevels met bebording en radvensters in de geveltop, rondbogige zoldervensters onder druiplijst, onder meer gedicht. Erfgevel met houten poorten onder ijzeren lateien (I-profiel met rozetten), tweeledige staldeurtjes in segmentbogige muuropeningen. Westelijke nieuwere aanbouwen.

Aan de oostzijde van het erf een hoge bakstenen ast onder zadeldak in mechanische pannen, gekenmerkt door rechte muuropeningen onder ijzeren lateien, onder meer met centrale boven elkaar gelegen poorten, en getraliede vensteropeningen met behouden schrijnwerk.

Ten noorden een serre in glas tussen houten roeden, aangebouwd tegen een bakstenen muur, met daarnaast een roodbakstenen stalletje onder pannen zadeldak.