Zetel van het textielbedrijf Vanatex, gesitueerd op een oude hoevesite, in het midden van de 20ste eeuw uitgebouwd tot olieslagerij. Bestaande uit een begin-20ste-eeuws woonhuis en midden-20ste-eeuwse bijgebouwen. De site maakt deel uit van het gehucht " 't Hoveke".

Op het tiendboek van de Sint-Maartensabdij Doornik (circa 1645) wordt reeds op schematische wijze bebouwing weergegeven, toegankelijk via een erfoprit. De Ferrariskaart (1770-1778) toont drie losstaande volumes op een aan de straat palend perceel. Circa 1834 is de hoeve eigendom van bakker Pieter Samyn, ze bestaat uit twee schuin op elkaar geplaatste volumes ten noorden en ten oosten van het erf. Circulaire afbeelding op het erf, volgens kadaster net als het perceel ten oosten een boomgaard. Op de Atlas der Buurtwegen (1847) blauw ingekleurd, wat mogelijk eerder een waterpartij doet vermoeden. In 1877 liggen de gebouwen volgens kadaster in puin. De Kortrijkse fabrikant Emiel Bisschop-Iserbyt laat in 1901 het huidige woonhuis bouwen. De circulaire boomgaard op het erf verdwijnt. Circa 1952 wordt het landgebouw aan noordzijde door de familie Verbeke vervangen door een nieuw gebouwd magazijn. In 1957 laat ze een nieuw bijgebouw aan zuidzijde optrekken naar ontwerp van de Izegemse architect Seraphin Wylein. Het nieuwe gebouw krijgt, samen met het noordelijk gesitueerd magazijn, een functie als olieslagerij. Aan het woonhuis wordt een oostelijke uitbouw gerealiseerd. In 1965 ondergaat de olieslagerij volgens kadaster een aanzienlijke wijziging.

Een verharde oprit leidt naar een erf in losse verharding, aan oostzijde begrensd door een noord-zuid georiënteerd woonhuis. Dubbelhuis van twee bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak in mechanische pannen, geprofileerde houten kroonlijst. Gecementeerde gevel voorzien van voegwerkimitatie, waarin getoogde muuropeningen met gedeeltelijk bewaard schrijnwerk (T-ramen in de tweede bouwlaag) en bekronende sluitsteen. Deur naar oud model onder getoogd bovenlicht. Nieuwe plint in natuursteentegels. Recent aangelegd omliggend natuurstenen terras.

Haaks op het woonhuis georiënteerde bijgebouwen uit rode baksteen onder zadeldak, grotendeels in mechanische pannen, bewaard houten schrijnwerk met roedeverdeling. Noordelijk gesitueerd bijgebouw verticaal geritmeerd door lisenen, met muuropeningen onder betonlatei, enkele vergrote muuropeningen en later ingebrachte poort. Zuidelijk bijgebouw van twee bouwlagen en zeven traveeën, rechte muuropeningen onder strek, aan erfzijde bestaande uit vier deuren geflankeerd door vensters en een poorttravee aan linkerzijde. Ten westen hoger opgetrokken aanbouw onder golfplaten zadeldak, verticaal geleed door lisenen (erfzijde). Geïncorporeerde fabrieksschoorsteen. Later ingebrachte muuropeningen.
Grasperk met nieuw aangeplante boompjes aan oostzijde van de oprit; oudere boomgaard ten oosten van het erf, ervan gescheiden door een ijzeren hek.