Neoclassicistische kruiskerk, gebouwd op natuurstenen sokkel. De plattegrond ontvouwt vierkante westtoren, eenbeukig schip van vier traveeën, transept, koor met een rechte travee en vlakke koorsluiting; noordelijke en zuidelijke sacristie. Gebouw van baksteen op afgeschuinde zandstenen sokkel, onder zadeldaken (leien). Beuk van 1825, transept, koor en bovenbouw van westtoren van 1897.

Westgevel met westtoren onder geknikte spits (leien), gemarkeerd door negblokken. Rondboogdeur ingeschreven in deels vernieuwde rechthoek van arduin met imposten geflankeerd door Toscaanse pilasters onder bakstenen entablement en druiplijst; geprofileerde houten tussendorpel, vernieuwd blind rondboogveld. Daarboven gekoppelde rondboogvensters in gecementeerde omlijsting op imposten; ijzeren harnas. Rondboogvormige gekoppelde galmgaten. Links, kapel met calvarie.

Noord- en zuidgevel, transeptgevels en koor met segmentboogvensters in gecementeerde omlijstingen met oren en bekronende, gebogen druiplijst. Lekdrempels van arduin. Ramen met ijzeren harnas. Geplafonneerde toren. Schip, transept en koor onder tongewelf met gepleisterde gordelbogen; kruisribgewelf boven de kruising.

Mobilair: Doopvont (17de eeuw); communiebank, panelen (17de eeuw), hergebruikt in de 19de eeuw; biechtstoel (17de eeuw); preekstoel van 1702 en orgel.