De brouwerij werd in 1859-1860 aan de Sint-Jorisstraat gesticht, en in 1924-'25 naar hier getransfereerd (met uitzondering van enkele installaties een volledig nieuw bedrijf).

Bakstenen gebouwen onder een plat dak, doch naargelang de functie drie à vier interne bouwlagen (weerspiegeld in vensterindeling).

Op het dak: twee zware watertanks. Vensters in muurvlak per travee, onder rondboog, doch horizontaal in bouwlagen verdeeld door middel van betonvloer; ijzeren roedeverdeling, met verticalisme geaccentueerd door twee metalen liggers. De binnenconstructie werd in een gewapend betonskelet uitgevoerd: twee afgeschuinde betonnen kolommen lopen doorheen de verdiepingen en dienen zowel als ondersteuning voor de watertanks als voor de bevloeringsbalken (eveneens afgeschuind); deze laatste gebruiken aan een zijde de verticale kolommen als steunpunt, aan hun andere zijde rusten ze op de buitenmuren.

Interessante technische installatie. De vroegere stoominstallatie diende hoofdzakelijk voor het opwekken van elektriciteit, en aandrijving van onder meer de compressoren, en bevindt zich thans in werkbare toestand. Stoominstallatie: Lancashire-stoomketel J. Piedboeuf, Jupille, 1924, 13 atm. Mono-cilindrische Rider-stoommachine, zonder condensatie, met Corliss-Pirson verdeling (60 effectieve pk), van de S.A. du Thiriau, La Croyère, 1910 (tweedehands gekocht in 1927). Elektriciteit werd opgewekt door middel van driefasenalternator ACEC (circa 1930?).

De installatie voor de productie van bieren van lage gisting dateert in essentie nog uit 1924, doch werd naderhand uitgebouwd. De brouwerij bezit nog steeds de eerste volautomatische aftrekmachine welke in België geplaatst werd ("The Worssam Super Thirty", 1947). Eveneens nog steeds een eigen ijsproductie via het pekelsysteem, door middel van ammoniak-compressor (1925).