Huizenrij opgevat als een hoekgebouw van drie verdiepingen, onder een zadeldak (mechanische pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde voorgevel van negen traveeën met getoogde vensters in geriemde omlijsting met arduinen lekdrempels. Drie steekboogvormige deurvensters op de beletage met balkon op consoles, gietijzeren leuning. Begane grond afgelijnd door puilijst. Nummer 35 en 37, met behouden steekboogdeuren en imitatiebanden; voorts verbouwde benedenverdieping. Bepleisterde zijgevel van vijf traveeën met acht blinde vensters. Benedenverdieping eveneens verbouwd. Eénlaagse aanbouw bekroond met een balustrade.