De Wildermolen is een laat 18de-eeuwse houten korenwindmolen van het type standaard met open voet.
De molen werd in 1802 naar de huidige locatie, op een molenberg overgebracht vanuit Elingen (Pepingen). Daar was de molen in 1779 opgericht door Ferdinand Van der Noot, heer van Vreckem en in 1802 vervangen door een stenen windmolen (Zwarte Molen). Nadien werden ook een woonhuis, schuur en stallingen opgetrokken. In 1953 werd de molen stilgelegd. Van 1990 tot 1993 werd de molen maalvaardig gerestaureerd naar oorspronkelijk model (met onder andere geklinknagelde Verhaeghe-roeden en metalen kruisplaten) door molenbouwer Roland Wieme uit Deinze, naar ontwerp van architect Fernand Weyers uit Sint-Niklaas.
De Wildermolen ligt in een open, hoger gelegen gebied, ten oosten van de dorpskern van Appelterre en rust op vier teerlingen (open voet). De opbouw van de molenkast of molenkot is traditioneel met twee zolders: de meelzolder die bereikt wordt via de houten buitentrap en het balkon aan de voorweeg, en de steenzolder daarboven, toegankelijk via een houten steektrap binnen. Op het balkon bevindt zich ook een kombuis rechts van de trap en een luiluik links (met erboven een luikapje) en aan deze zijde bevindt zich ook de staart met kruiwerk. De molenkast heeft een kapeldak bedekt met leien, metalen geklinknagelde kruisplaten, geklinknagelde roeden van 21 meter met traditioneel Vlaams hekwerk, drie koppels maalstenen, een buil, graankuiser en haverpletter. Het aanleunende molenaarshuisje is lager gelegen dan het straatniveau en bestond oorspronkelijk uit een langgestrekt hoevetje met aanleunende stal.
- D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5N2 (H-Z), Brussel - Gent.