De parochiekerk bevindt zich langs de Halsesteenweg en wordt omgeven door het ommuurde kerkhof en voorafgegaan door het beboomde kerkplein. De kerk ligt in de as van de pastorie.
Het koor van de Sint-Pieterskerk van circa 1250 met laatgotisch transept (1642-1643) werd in 1750 bij de bouw van een barokke benedenkerk aangepast (zie chronogram van de westgevel: "Meerbeeck Hac Aede Floret"). De barokke westgevel met in- en uitgezwenkte topgevel werd hersteld in 1806.
De plattegrond van de Sint-Pieterskerk ontvouwt een driebeukig schip van drie traveeën, een uitspringend transept en kruisingstoren; ten zuiden een halfronde traptoren in de oksel van koor en transept, een koor met twee rechte traveeën en vlakke koorsluiting. Sacristieën bevinden zich ten noorden en ten zuiden. Het betreft een baksteenbouw op zandstenen plint en integrale zandsteenbouw voor de koorpartij; zadeldaken (leien) van diverse volumes. De zeer vlak gehouwen Gobertangesteen is gebruikt in combinatie met hardsteen, geritmeerd door pilasters; de top wordt gemarkeerd door gekorniste lijsten waartussen aftekenende klauwstukken lopen, siervazen en pijnappelmotieven op de uiteinden. Een accent is aangebracht op de middentravee, uitlopend op een gebogen fronton. De rondboogdeur is ingeschreven in een rechthoekige arduinen omlijsting met neuten en imposten, bekroond door een druiplijst met segmentboogfronton met sierstuk, trapezoïdale sleutel, casementen in de zwikken. Daarboven en aan weerszijden zijn rondboogvensters met lekdrempels aangebracht, gevat in een natuurstenen geriemde omlijsting met spiegelboogvormig tracé, oren en neuten, imposten en sluitsteen, bekronende druiplijst; kleine cartouches met haast onleesbaar chronogram, middenvenster met bekronende cartouche met wapenschild en rocaillemotief, oculi opzij.
Het schip wordt geritmeerd door pilastersteunberen met spiegels op de schachten; de zuidgevel staat op een sokkel van hardsteen, lisenen en spiegels van zandsteen. De segmentboogvensters hebben hoekblokken van hardsteen met steenkappersmerken afwisselend met baksteen, doorlopende onderdorpels, ramen in ijzeren harnas.
Het transept wordt gestut door overhoekse steunberen met drievoudige versnijdingen; de noord- en zuidgevel omvatten een stomp spitsboogvenster in geprofileerde zandstenen omlijsting, omlopende kordons ter hoogte van onderdorpel en druiplijst; vernieuwde tracering ten noorden en ijzeren harnas ten zuiden.
De vierkante lantaarntoren met leien bekleding staat onder een koepelachtige helm. Het zandstenen koor wordt gestut door op elkaar gestelde steunberen met twee versnijdingen. De verbouwde noord- en zuidgevel zijn voorzien van gedrukt boogvenster met geprofileerde archivolt. De zuidelijke muur omvat een raam in ijzeren harnas, deels aflijnende kroonlijst op klosjes. De noordelijke muur vertoont metsers- en steenkappersmerken. De oostelijke muur bevat diverse materialen in het parement, de top is vernieuwd; blind rondboogvenster met halfrond beloop. Het interieur is gepleisterd en beschilderd. De hoofdbeuk omvat rondboogarcaden op zuilen met achtzijdige basis en astragaal en kruisribgewelven met gepleisterde ribben.
Het meubilair bestaat uit een classicistisch hoofdaltaar; barokke zijaltaren door P. Valcx (Mechelen); koorbanken (18de eeuw); barokke koorlambrisering; rococolambrisering in het schip; preekstoel (19de eeuw); Lodewijk XIV-doksaal door J. de Coninck (Brussel); neobarokke glasramen.
Vooral nabij koor en transept van de kerk treft men een aantal merkwaardige grafstenen en grafmonumenten aan. Het kerkhof wordt aan drie zijden omringd door een bakstenen, met arduinen dekplaat afgedekte, op het moment van de bescherming (2000) in sterk verval verkerende muur. Aan de zijde van de Halsesteenweg is vóór de kerk een voorplein aangelegd met oorlogsmonument en verschillende bomen, waaronder een linde, platanen en berken. Dit plein wordt afgesloten door een bakstenen muur, bekroond door vierkante met kalksteenplaten beklede pijlers en afgedekt met geprofileerde dekstenen die door een eenvoudig, deels verdwenen, smeedijzeren hek worden verbonden. Mede door opeenvolgende verhogingen van het straatpeil verloopt aan de Halsesteenweg de bakstenen muur geleidelijk naar de straatpas toe, zodat hier nagenoeg alleen de kalkstenen afdekking zichtbaar blijft. De gekasseide inkom van het plein staat in de as van het kerkportaal en wordt gemarkeerd door een geprofileerde kalkstenen trede met twee 18de-eeuwse kalkstenen hekpijlers, door siervazen met granaatappel bekroond. Het gietijzeren toegangshek, dat niet meer het oorspronkelijke is maar 19de-eeuws, heeft zowel aan renaissancevormen (krulwerk) als aan de gotiek (vierpassen) ontleende motieven. Zoals de bakstenen kerkhofmuur verkeert ook de afsluiting van het kerkplein op het moment van de bescherming (2000) in staat van verval. Niettegenstaande de bij het linker gedeelte van het kerkplein aangeplante bomen werden geveld, vormt de as pastorie/kerkplein/kerk/kerkhof een historisch waardevol en samenhangend geheel.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 2016: Parochiekerk Sint-Pieter met kerkhof en kerkplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/177922 (geraadpleegd op ).
Gelegen langs de verkeersweg Ninove-Halle, met omringend, ommuurd kerkhof, beboomd kerkpleintje met oude lindeboom, ook nog platanen en berken, afgesloten met hek en arduinen postamenten, vooraan pijlers met siervazen en trap; benadrukte verbinding met ertegenover liggende pastorie.
De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van drie traveeën, een uitspringend transept en kruisingstoren; ten zuiden, halfronde traptoren in de oksel van koor en transept, koor met twee rechte traveeën en vlakke koorsluiting. Sacristieën ten noorden en ten zuiden. Het gotisch koor van circa 1250 en het laatgotisch transept (1642-1643) werden aangepast in 1750 met de bouw van het barokke schip (zie chronogram van de westgevel: Meerbeeck Hac Aede Floret. Baksteenbouw op zandstenen plint en integrale zandsteenbouw voor de koorpartij; zadeldaken (leien) van diverse volumes. Barokke westgevel met in- en uitgezwenkte topgevel, hersteld in 1806. Zeer vlak gehouwen Gobertange in combinatie met hardsteen, geritmeerd door pilasters; top gemarkeerd door gekorniste lijsten waartussen aftekenende klauwstukken lopen, siervazen en pijnappelmotieven op de uiteinden. Accent op de middentravee, uitlopend op een gebogen fronton. Rondboogdeur ingeschreven in rechthoekige arduinen omlijsting met neuten en imposten, bekroond door een druiplijst met segmentboogfronton met sierstuk, trapezoïdale sleutel, casementen in de zwikken. Daarboven en aan weerszij, rondboogvensters met lekdrempels gevat in een natuurstenen geriemde omlijsting met spiegelboogvormig tracé, oren en neuten, imposten en sluitsteen, bekronende druiplijst; kleine cartouches met haast onleesbaar chronogram, middenvenster met bekronende cartouche met wapenschild en rocaillemotief, oculi opzij.
Schip geritmeerd door pilastersteunberen met spiegels op de schachten; zuidgevel op sokkel van hardsteen, lisenen en spiegels van zandsteen. Segmentboogvensters met hoekblokken van hardsteen met steenkappersmerken afwisselend met baksteen, doorlopende onderdorpels, ramen in ijzeren harnas.
Transept gestut door overhoekse steunberen met drievoudige versnijdingen; noord- en zuidgevel met stomp spitsboogvenster in geprofileerde zandstenen omlijsting, omlopende kordons ter hoogte van onderdorpel en druiplijst; vernieuwde tracering ten noorden en ijzeren harnas ten zuiden.
Vierkante lantaarntoren met leien bekleding, onder koepelachtige helm. Zandstenen koor gestut door op elkaar gestelde steunberen met twee versnijdingen. Verbouwde noord- en zuidgevel voorzien van gedrukt boogvenster met geprofileerde archivolt. Zuidelijke muur met raam in ijzeren harnas, deels aflijnende kroonlijst op klosjes. Noordelijke muur met metsers- en steenkappersmerken. Oostmuur met diverse materialen in het parement, vernieuwde top; blind rondboogvenster met halfrond beloop. Gepleisterd en beschilderd interieur. Hoofdbeuk met rondboogarcaden op zuilen met achtzijdige basis en astragaal. Kruisribgewelven met gepleisterde ribben.
Mobilair: Classicistisch hoofdaltaar; barokke zijaltaren door P. Valcx (Mechelen); koorbanken (18de eeuw); barokke koorlambriserirg; rococolambrisering in het schip; preekstoel (19de eeuw); Lodewijk XIV-doksaal door J. de Coninck (Brussel); neobarokke glasramen.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 1978: Parochiekerk Sint-Pieter met kerkhof en kerkplein [online], https://id.erfgoed.net/teksten/9410 (geraadpleegd op ).