Pastorie gebouwd anno 1870 ter vervanging van een oudere pastorie waarvan enkele resten bewaard bleven. De oude pastorie werd gebouwd in opdracht van de Gentse Sint-Pietersabdij.

Het is een bakstenen dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak. De middelste travee wordt benadrukt door een vooruitspringend risaliet uitlopend op een puntgevel. Alle ramen en deuren zijn rondbogig. Enkel de deur is omlijst met natuursteen. Onder de vernieuwde kroonlijst is een bakstenen fries aangebracht. Het pand wordt op de vier hoeken afgewerkt met een pilaster. De achtergevel is beraapt. Het buitenschijnwerk is nog origineel en volgt perfect de vormgeving van de ramen. Links aansluitend bij het hoofdvolume werd een aanbouwsel van één bouwlaag onder een schilddak opgetrokken evenals een druivenserre. Daarbij aansluitend is er een bijgebouw dat tot aan de straat loopt, nu garage. Rechts van de pastorie en los ervan situeren zich de resten van de voormalige pastorie. Die wordt nu gebruikt als parochiaal centrum.

Interieur

De interieurindeling is typisch voor een dubbelhuis. Via de ontvangstruimte komt men in de serre. Op de bovenverdieping is het pand evenwijdig met de voorgevel opgesplitst door de gang. De trap kan afgesloten worden met een luik. Opvallend is het streven naar symmetrie. De deur op het einde van de gang evenals de middelste deur links en rechts zijn hoger uitgewerkt om een sfeer van grandeur te scheppen. De gang werd bovendien in drie delen opgesplitst door middel van pilasters en een casetteplafond met stucwerklijsten.

De interieuraankleding bleef volledig intact aanwezig. De gang op de benedenverdieping is net als boven in drie gelijke delen verdeeld. De middelste casette ligt op de kruising met de traphal. Dat punt werd extra geaccentueerd door de plaatsing van vier pilasters met Ionische kapitelen. Hier werd ook decoratie in stucwerk op het plafond aangebracht. De deur welke toegang geeft tot het grote salon en rechtover de traphal staat is veel hoger uitgewerkt dan het andere eveneens originele binnenschrijnwerk. De salons zijn voorzien van marmeren schouwen van omstreeks 1870 en stucwerk uit dezelfde periode.

Het huidige parochiale centrum bewaart nog enkel oudere kenmerken welke herinneren aan de voormalige pastorie. Wellicht was het een éénlaagse pastorie van vijf traveeën onder een zadeldak. Het ging om een dubbelhuistype. De deur was met zandsteen omlijst. Aan de linkerkant werd ze vervolgens uitgebreid met twee traveeën. Sporen in zandsteen verwijzen naar oudere raamopeningen die echter in de 18de eeuw sterk vergroot werden. Enkel in de twee linker traveeën is iets te bespeuren van de interieuraankleding. Enkele vrijliggende moerbalken met profilering en console doen vermoeden dat het pand uit de 17de eeuw stamt. Op deze balken werd een 18de-eeuws stucplafond aangebracht. Door de herinrichting en de plaatsing van een vals plafond is de afwerking in het hoofdvolume niet zichtbaar. De voorzitter van de kerkfabriek is er echter van overtuigd dat ook daar de oorspronkelijke plafonds bewaard bleven.

De tuin werd in landschappelijke stijl, met vijver, aangelegd.