Historiek
De oudste vermelde pastorie te Zonnegem moet op het einde van de 13de of 14de eeuw bestaan hebben. Het patronaatsrecht werd uitgeoefend door de abdij van Drongen. Deze, nabij de kerk gelegen, pastorie bleef in gebruik tot 1617. De tweede pastorie, opgetrokken op kosten van pastoor Apolonius Van der Vinck en de Abdij van Drongen, zal ingeplant worden op de huidige site. Ze stond echter op de binnenkoer van het huidige pand met de voorzijde naar het zuiden. Dat verklaart de brug over de zuidelijke walgracht. De fundamenten van de oudste bebouwing op de site bleven bewaard; ze zijn opgetrokken uit zandsteen afkomstig van de Zonnegemse steenberg. De zandstenen oeverbescherming gaat mogelijk terug op de vorige fase of is herbruikmateriaal van de afgebroken pastorie. De huidige Hallebaan was ten tijde van de tweede pastorie het pastoorspad naar de kerk. Het is pastoor Van de Codde die begint in het midden van de 19de eeuw met de onderhandelingen voor de bouw van een nieuwe pastorie. De eerste stappen worden gezet in 1848. Pas 11 jaar later wordt de pastorie vervangen door een nieuw exemplaar met de voorgevel naar het westen. De plannen zijn van de hand van Bernard Latte en Jozef Demanet, beide uit Gavere. In 1859 bouwt pastoor Stocquaert de huidige pastorie op. Daartoe gebruikt hij eveneens de omwalde gronden. De voorgevel van de oude pastorie zou dienst doen als achtergevel van de nieuwe wat de bouwsporen in de achtergevel en binnenkoer verklaart.
Beschrijving
Dubbelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met omliggende tuin met vijver. Bekroond met een klokkenruitertje. De gevel loopt uit op een fronton met oculus. De centrale voordeur werd met arduin omlijst. Links en rechts is er een aanbouw van één travee en één bouwlaag onder een lessenaarsdak. Opvallend is dat de achtergevel bestaat uit vijf traveeën. De achterdeur werd met natuursteen omlijst. De ramen op de bovenverdieping hebben een a-b-a-b-a structuur. De b-ramen zijn trompe-l'oeilschilderingen.
De indeling is zeer traditioneel. Het rechter bijgebouw herbergt een keuken en bijkeuken met bakoven. De bovenverdieping heeft een centrale gang. De zolder bestaat uit vier getelmerkte gebinten.
Tegen de oostkant van de wal situeren zich nog een reeks bakstenen stallen van één bouwlaag onder een zadeldak. De indeling en voederplaatsen bleven bewaard.
Het oorspronkelijke schrijnwerk bleef langs de achterzijde gedeeltelijk bewaard.
Het interieur is sober doch duidelijk 19de-eeuws. Typisch is het plafondstucwerk, de marmeren schouwen en de trap. De benedenverdieping is duidelijk rijker uitgevoerd dan de bovenverdieping. De traphal wordt van de bovenverdieping afgesloten door een geschilderde houten deur in plaats van het traditionele metalen hek.
De pastorie werd in 1990-1992 gerestaureerd. Op hetzelfde ogenblik werden tevens de bruggen en de muren rond de wal herbouwd.
- Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002213, Pastorieën (MERTENS J., 2003).