Voormalig typisch en nog zeer intact tramstation uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Ten zuiden van het stationsterrein: bakstenen stationsgebouw van drie traveeën, twee bouwlagen en zolderverdieping, onder zadeldak (mechanische pannen), met aan weerszijden éénlaagse bijbouw, links, onder plat dak en rechts, onder zadeldak (mechanische pannen). Gevel geritmeerd door verticaliserende lisenen tussen de traveeën en vooruitspringende middentravee (deur); muurvlakken bovenaan afgeboord door rechte tandlijst. Achter dit station: éénlaagse bakstenen reparatiewerkplaats onder zadeldak (mechanische pannen). Grote poort onder I-balk met rozetten in voorgevel; in zijgevel, vier traveeën met getoogde vensters met ijzeren roedeverdeling.
Ten noorden van het stationsterrein: grote driebeukige stelplaats-met-reparatiewerkruimten, onder aanleunende zadeldaken (mechanische pannen, beglaasd in de aanleuningspunten tussen de zadeldaken. Voorgevel gedomineerd door respectievelijk twee, drie en één poort(en), per beuk gekoppeld onder I-balk met rozetten; in eerste en tweede beuk: rondvenster met ijzeren roedeverdeling. De bakstenen voorgevel wordt afgelijnd door klimmende tandlijst en geaccentueerd door windborden aan het zadeldak. Sterk geritmeerde zijgevel van acht traveeën tussen siersteunberen: per travee een groot rechthoekig venster (bestemd om een maximale verlichting te geven aan de binnenruimte) onder ijzeren I-balk met rozetten. Binnenconstructie: in linker- en middenbeuk een ijzeren Polonceau-kap met houten spant: in rechterbeuk: houten kap.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
Enkel het stationsgebouw is nog bewaard. Sinds eind jaren negentig werd door sociale huisvestingsmaatschappij Denderstreek het plan opgevat om de site om te vormen tot een sociale woonwijk met een 100-tal wooneenheden. Hierdoor werden omstreeks 2005-2006 de reparatiewerkplaats en de grote stelplaats gesloopt. Het stationsgebouw werd herbestemd tot woongelegenheid voor vijf gezinnen.