Gotische kapel van 1620, gerestaureerd in 1750, voorzien van een neogotisch voorportaal in 1879, en nogmaals gerestaureerd in 1973.
De plattegrond beschrijft een zaalkerkje van één travee met driezijdig koor, en een inspringend voorportaal. Baksteenbouw onder zadeldaken, met klokkeruiter boven het schip. De zijgevels zijn voorzien van steunberen, afgewerkt met mergelsteen. Haaks op elkaar geplaatste steunberen aan het portaal. Overhoekse muizetandfries onder de dakrand. De voormalige voorgevel is afgewerkt met aandaken en vlechtingen. Spitsboogvormige vensters in een afgeschuinde, mergelstenen omlijsting; bakstenen ontlastingsboog. Het voorportaal heeft een bakstenen spitsboogportaal. Het oorspronkelijke portaal is een rondboogdeur in een omlijsting van kalksteenblokken; oud houtwerk (nagels). De kalkstenen dorpel is voorzien van een gedeeltelijk onleesbaar opschrift, dat de restauratie van de kapel in 1750 vermeldt.
Bepleisterd interieur. Afdekking door middel van een kruisribgewelf met mergelstenen ribben op consoles.
Mobilair
Houten altaar, met schilderij, voorstellend Sint-Petronella. Hardstenen wijwatervat in het portaal. Twee beelden bevinden zich thans in de nieuwe Sint-Pieterskerk.
Exterieur: tegen de oostgevel van het koor, houten kruis met gietijzeren crucifix. Twee grafkruisen uit de eerste helft van de 17de eeuw op het voormalige kerkhof.
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Maasmechelen, Brussel, 1972, p.27-28.
- MAESEN M., inventariseringsfiche 1975.