Voormalige parochiekerk; barokkerk, gelegen op de zuidzijde van de Groenplaats; de west- en zuidgevels zijn aan het oog onttrokken door huizenrijen respectievelijk gelegen Onder de Linden en Herestraat.
Historiek
De oorsprong van de Sint-Pietersparochie klimt op tot 989 wanneer binnen de kasteelmuren de eerste kapel wordt opgericht. In 1231 wordt deze kapel vervangen door een kerk. Een jaar later schenkt de heer van Rekem het patronaatsrecht aan de abdis van Hocht, in 1261 overgedragen aan de zusters norbertinessen. De kerk wordt in 1400 door de Luikenaren verwoest en in 1493 hersteld. Herman van Lynden laat de kerk op zijn kosten herstellen in 1590 na de Spaanse belegering van 1579. In 1640 wordt de kerk vernieuwd na de Franse invallen van 1638, toen de kerk door brand zwaar werd beschadigd.
De bouw van een nieuwe kerk buiten de kasteelmuren begint in 1707, maar nog hetzelfde jaar worden de werken stilgelegd. In 1722 wordt het werk hervat en de kerk voltooid. In 1755 brandt de kerk af en wordt in 1773 hersteld. De sacristie wordt bijgebouwd in 1775. In 1956 verliest de kerk haar functie, en wordt ingericht als gemeentelijk museum. Het grootste gedeelte van het meubilair blijft er bewaard.
Beschrijving
De plattegrond beschrijft een vierkante centraalbouw met noord-zuidoriëntatie. Voorstaande, vierkante noordtoren, een zeer kort schip met transept, en koor van één rechte travee met vlakke sluiting, geflankeerd door sacristiëen.
Bakstenen gebouw met afwerking van kalksteen en mergelsteen. Vierkante noordtoren van baksteen; vijf geledingen, gescheiden door één kalkstenen en voorts mergelstenen lijsten; klokvormige bekroning met naaldspits (leien). Ellipsvormige vensters in mergelstenen omlijsting met gesculpteerde sluitstenen. Aan alle zijden een rondbogig galmgat met licht uitsrpingende sluitstenen en imposten. Neoclassicistisch (?) rondboogportaal in een rechthoekige omlijsting van geprofileerde hardsteen met verdiepte panelen op de posten en zwikken; de posten zijn opgevat als pilasters met lijstkapitelen; gesculpteerde sluitsteen; entablement met geprofileerde druiplijst. De toren is verbonden met de kerk door middel van schuin geplaatste muren met elk een oculus, in kalkstenen omlijsting met regelmatig geplaatste negblokken.
Bakstenen schip op kalkstenen plint; schilddak (leien); houten kroonlijst op klossen. Aan de oost- en westzijde een hoog rondboogvenster in kalkstenen omlijsting met negblokken.
Westelijke sacristie met vensters van hergebruikt materiaal. Westgevel met kruisbeeld onder zadeldak.
Bepleisterd interieur, afgedekt met een vlakke, houten zoldering, gedragen door samengestelde pilasters en een zware, geprofileerde, gekorniste kroonlijst.
Mobilair
Schilderij met voorstelling van Maria-Hemelvaart, oostelijk zijaltaar, doek (circa 1775); schilderij met voorstelling van Maria Magdalena, westelijk zijaltaar, doek (circa 1775). Beeld van Sint-Johannes Nepomucenus, geschilderd hout, door Renier Delcommune, getekend en gedateerd 1784; beeld van Sint-Norbertus, geschilderd hout (eind 17de eeuw); beeld van Sint-Rochus van Montpellier met hond en engel, geschilderd hout (eind 17de eeuw); beeld van Sint-Petrus als paus, geschilderd hout (eind 17de eeuw); beeld van Sint-Augustinus van Hippo, geschilderd hout (tweede helft 17de eeuw); beeld van Sint-Petronella, geschilderd hout (eerste helft 18de eeuw); crucifix, gepolychromeerd hout (tweede helft 17de eeuw); beeld van Sint--Jozef, geschilderd hout (circa 1700); beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, geschilderd hout (circa 1700).
Hoofdaltaar, portiekaltaar met in het fronton de wapens van 't Serclaes de Tilly-d'Aspremont-Lynden de Reckem, gemarmerd hout (circa 1725); zijaltaar met Heilige Geest in de vorm van een duif, gemarmerd hout (circa 1775); zijaltaar met het Oog Gods in een stralenkrans, gemarmerd hout (circa 1775). Preekstoel, eik, gedateerd 1650; twee biechtstoelen, aangepast (tweede helft 19de eeuw), doch oudere kern. Orgel met chronogram IN NOVO ORGANO CANTATE CANTICA DOMINO (1808). Marmeren doopvont (1661).
Grafsteen, hardsteen, van Ferdinand d'Aspremont-Lynden de Reckem en Elisabeth de Furstenberg (circa 1662); zes hardstenen grafkruisen (17de eeuw).
- GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Maasmechelen. Brussel, 1972, p.29-31.
- VERBOIS R., Geschiedenis der kerken, kloosters en kapellen van Rekem. Rekem, 1965.