De laat 18de-eeuwse pastorie telt vijf traveeën en twee bouwlagen en is gelegen tussen een voorplein en tuin.

Historiek

De parochie behoorde oorspronkelijk (sinds 1162) tot het patronaatsrecht van de Onze Lieve Vrouwabdij te Mont-Saint-Martin nabij Cambrai. Een eerste pastorie werd pas gebouwd kort voor 1794.

Beschrijving

De pastorie is gelegen tussen een voorplein en tuin, volgens Frans 'entre cour et jardin'- principe. De axiale as is prominent aanwezig. Het geasfalteerd voortuintje is van de straat afgesloten door middel van een muur met gietijzeren hek.

De laat 18de-eeuwse pastorie is van het dubbelhuistype en telt vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met ijzeren klokkenruitertje. De gecementeerde voorgevel heeft rechthoekige vensters met een arduinen lekdrempel, doorgetrokken op de bovenverdieping. Imitatievoegwerk siert de gevel.

De getoogde deur is gevat in een natuurstenen omlijsting met neuten en geprofileerd beloop en een houten tussendorpel. De waaier met schelpmotief die vroeger het bovenlicht sierde werd na 1975 verwijderd. Links en rechts bevindt er zich een bijgebouw van één travee en één bouwlaag onder een lessenaarsdak.

De voorgevel werd in de 19de eeuw gecementeerd, de achtergevel is geschilderd.

Interieur

De indeling is conform de traditionele opbouw. De plafondconstructie bestaat uit moer- en kinderbalken. De bovenverdieping heeft een identieke opbouw als de benedenverdieping. De schouwmantels werden hier weggebroken. Een verlaagd plafond ontneemt het zicht op de moerbalken. De zolder bestaat uit vier getelmerkte gebinten en doet momenteel dienst als bergruimte. De kelder is voorzien van tongewelven.

Het interieur werd in de 19de en 20ste eeuw sterk aangepast waardoor er een vermenging ontstond tussen laat-18de (classicisme) en vooral 19de-eeuwse interieurdecoratie (directoire, empire, …). Alle kamers op de gelijkvloerse verdieping zijn voorzien van schouwen met stucwerk en marmeren schouwmantels. Het rechter salon aan de straatzijde (benedenverdieping) is voorzien van een fraaie bepleisterde schouw en zwart marmeren schoorsteenmantel. Het linker salon aan de straatzijde is soberder van opzet. Pilasters in stucwerk werden tegen de wangen gezet. Centraal op de boezem is een diamant aangebracht. Deze schouw werd in directoirestijl opgetrokken, vermoedelijk omstreeks de jaren 1830.

Alle plafonds op de benedenverdieping zijn voorzien van lijsten in stucwerk. Het binnenschrijnwerk bleef bewaard. Opmerkelijk zijn de binnenluiken aan de vensters op de bovenverdieping. De houten trap is een typisch 19de-eeuws voorbeeld. De toegang tot de bovenverdieping wordt afgeschermd door een smeedijzeren hek. Het werd gesigneerd "A.V.".