Het kasteeldomein van Leeuwergem behoort tot de belangrijkste 18de-eeuwse realisaties in Vlaanderen. Het domein is vooral bekend om zijn park, waarin een klassieke ‘Franse’ tuin met een voor België uniek looftheater, overvloeit in een romantisch landschappelijk park.
Het domein van Leeuwergem ligt voor het grootste deel op het grondgebied van Elene. Enkel het meest zuidelijke deel van het ruime 32 ha grote park bevindt zich in Leeuwergem. Nochtans wordt het complex al sinds de middeleeuwen met Leeuwergem geassocieerd. De verklaring hiervoor houdt verband met de wijziging in de bezitsstructuur van de domaniale rechten over Elene en Leeuwergem in de loop van de 11de en 12de eeuw. In die tijd kwam het domaniale Neerhof van Elene in het bezit van de heren van Zottegem, die ook de heerlijkheid Leeuwergem bezaten. Sindsdien werd het Neerhof, dat als zetel van de domaniale en heerlijke rechten over Elene en Leeuwergem fungeerde, het ‘Hof van Leeuwergem’ genoemd.
Toen in de buurt van dit Neerhof in de 15de eeuw voor het eerst een kasteel werd gebouwd, kreeg het de naam 'kasteel van Leeuwergem’, een naam die tot op vandaag behouden bleef. Van dit eerste kasteel, waarschijnlijk een middeleeuwse burcht, is enkel bekend dat het zich omstreeks 1600, na de godsdienstoorlogen, in een deplorabele toestand bevond. In 1625 werd ter vervanging een tweede kasteel gebouwd. Rond 1764 werd de huidige residentie in Lodewijk XV-stijl opgetrokken. Dit kasteel vertoont een grote gelijkenis met het kasteel Bellevue uit 1748 in de Parijse voorstad Meudon.
Het rechthoekig omgracht kasteel ligt ten noorden van de dorpskom en is toegankelijk via een beboomde dreef vanaf de Gentse Steenweg (grondgebied Elene), voorafgegaan door twee welkomstlinden. Een ijzeren hek en inrijpoort met pijlers en siervazen sluiten langs de oostzijde de erekoer af. De huidige driebogige bakstenen toegangsbrug, 1936 gedateerd, vervangt een ouder ijzeren brugje. Het kasteel, een sober en symmetrisch volume met rococo-inslag, heeft twee bouwlagen, en is opgebouwd uit negen traveeën bij voor- en achtergevel en zeven aan de zijgevels. De lijstgevels, gecementeerd en van schijnvoegen voorzien, rusten op een zandstenen sokkel en onder een mansardedak met dakkapellen met vleugelstukken. Aflijnende vlakke pilasters met natuurstenen rocococartouche sieren de gevels onder een onversierd entablement met kroonlijst op klossen. Het drie traveeën brede middenrisaliet wordt eveneens gemarkeerd door vlakke pilasters met natuurstenen rocococartouche, onder driehoekig fronton met gebogen oculus en rococorankwerk.
In de voorgevel bevindt zich een schouderboogdeur in geprofileerde arduinen omlijsting op neuten met bekronende druiplijst en ijzeren waaier en daarboven een schouderboogvormig deurvenster. In de achtergevel zit een gelijkaardige deur in soberder omlijsting onder een bekronend gesmeed ijzeren balkon. In de zuidwestgevel een rondboogdeur ingeschreven in lijst met schouderboogvormig tracé en bekronend gesmeed ijzeren balkon; de flankerende traveeën zijn blind. In de zuidoost- en noordoostgevel zijn rechthoekige vensters voorzien van arduinen vensteromlijstingen aangebracht, beluikt en met bewaarde luikhaken. In de noordwest- en zuidwestgevel bevinden zich segmentboogvensters en getraliede keldervensters, voorzien van arduinen vensteromlijstingen en eveneens beluikt en met bewaarde luikhaken.
Het rococo-interieur met fraaie kapel dateert uit 1764.
Rondom de erekoer liggen links en rechts van de oprijlaan dienstgebouwen, opgebouwd uit een centraal volume van twee bouwlagen en drie traveeën onder driehoekig fronton met oculus, geflankeerd door lagere (aangepaste) bijbouwen; haakse aanhorigheden, waaronder voormalige oranjerieën, met segmentboogvormige muuropeningen, rechts met ramen in ijzeren harnas. De linkse gebouwengroep fungeert als hoeve met witgeschilderde gebouwen gegroepeerd rondom een gekasseide binnenplaats met tuin.
Het noord-zuid georiënteerde park ligt tussen de dorpen Elene ten westen en Leeuwergem ten zuidoosten. De Molenbeek, die via Elene en Velzeke te Roborst in de Zwalm vloeit, draineert dit drassige areaal.
De tuinaanleg van de laatrococotuin (1763-1775/85) gebeurde overeenkomstig de wens van de bouwheer die zich liet inspireren door het toonaangevende werk van Dezallier d'Argenville: “Théorie et pratique du jardinage”. Deze nieuwe aanleg entte zich op een reeds bestaande eenvoudigere aanleg die wordt afgebeeld op de kaart van Villaret. Ter hoogte van de centrale ingang van het domein werden aan beide zijden van de centrale as vier graspartijen aangelegd. Vanuit het kasteel snijdt de zuidelijke hoofdas in de richting van het park de grote rechthoekige vijver precies doormidden. Deze richt zich via een grashelling en een kleine waterval naar de hoger gelegen sfinxenvijver. Regelmatig ingeplante lindebomen omgorden het brede wandelpad of de laan rond de grote rechthoekige vijver en de sfinxenvijver. Het park is samengesteld uit acht symmetrisch opgestelde bosquets. De eerste vier bevonden zich ter hoogte van de vijverpartijen, maar slechts drie kregen een volwaardige uitbouw, aangezien het Neerhof grotendeels de ruimte ter hoogte van de eerste oostelijke bosquet innam.
Ter hoogte van het tweede oostelijke bosquet werd het looftheater ingericht. Een halfronde grashelling vormde de overgang naar de vier achterliggende bosquets. Hier waren aan de oostelijke zijde twee diagonaal aangelegde paden naar het middenpunt gericht, terwijl in de westelijke bosquets in het middelpunt een stelsel van lanen in de vorm van het Sint-Andrieskruis telkens een ronde of ovale ruimte of vijver lag. In de bospartij achter dit geometrisch aangelegde terrein mondde de doorlopende hoofdas uit in een rotonde.
Na 1775 kende de klassieke tuin van Leeuwergem nog een uitbreiding met het ‘grand canal’ en een ‘patte d’oie’. Op de noord-zuidas kwam een 120m lang, rechtlijnig kanaal tot stand met in het midden en octogonale verbreding en als sluitstuk een grote rotonde. Die vormde het beginpunt van de ‘patte d’oie’ of de ganzenpoot: een driedelig divergerend stelsel van lanen door de bospartijen heen. De centraal noord- zuidlaan leidde naar een rechthoekige, met bomen afgezetten bosquet met daarin een bassin, en eindigde in een rotonde in de vorm van een amfitheater als tuingarnituur. Het daarin geplaatste ronde tempeltje bood door zijn hoogteligging een mooi uitzicht op het park.
Bij de tweede fase van de parkaanleg te Leeuwergem kwam de romantische tuin in twee stappen tot stand. De aanzet gebeurde kort voor 1785 en nam het volledige areaal ten westen van de centrale laan van de enkele jaren voordien aangelegde ‘patte d’oie’ in beslag. De nieuwe Engelse stijl werd gebruikt bij de aanleg. De slingerende padenstructuur, de aanleg van kunstmatige heuvels en kronkelende waterlopen- waaronder de serpentine- met eilandjes in de bron- en waterrijke bospartij rechts daarvan, getuigen daarvan. Na 1797 werd het zuidoostelijke deel volgens de nieuwe, romantisch normen aangelegd. De twee oostelijke bosquets naast het kanaal, die reeds op het einde van de 18de eeuw waren verbost, maakten integraal deel uit van de ‘Engelschen Bossch’.
Later werd ten westen van het kasteel, de ‘zwanenvijver’ aangelegd. De overgang van de grote spiegelvijver naar de sfinxenvijver werd gewijzigd: de trappenconstructie en de hoekige aangelegde laan ruimden plaats voor een omlopende, halfcirkelvormige laan die geleidelijk het niveauverschil overbrugde. In de romantische tuin werd in de zuidwestelijke hoek een stuk bos gerooid en tot weiland omgevormd. De latere aanpassingen hielden voornamelijk verband met beheer van de afwatering; onder meer door het dichtslibben van de grachten en afwateringsbuizen. De vijverstructuur in de westelijke bosquets bestaat niet meer omdat het terrein werd opgehoogd met het slib afkomstig van de uitgebaggerde spiegelvijver.
Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:
Auteurs: Van den Bremt, Paul; d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle; Tack, Guido; De Meirsman, Reginald; Vanmaele, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Van den Bremt P. & d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. & Tack G. & De Meirsman R. & Vanmaele N. 2020: Kasteeldomein van Leeuwergem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/327242 (geraadpleegd op ).
Rechthoekig omgracht kasteel, gelegen in een beschermde omgeving ten noorden van de dorpskom, toegankelijk via een beboomde dreef, vanaf de Gentse Steenweg (grondgebied Elene). Residentie, opgericht in het eerste kwart van de 18de eeuw, in opdracht van L. François d'Heyne, ter vervanging van een waterslot verwoest in 1656. Voltooid in 1724. In 1725, eigendom van de familie d'Hane-Steenhuize. Parkaanleg uit eind 18de-begin 19de eeuw.
Ten zuidoosten, ijzeren hek en inrijpoort met pijlers en siervazen; ten zuidoosten en noordwesten, driebogige bakstenen brug, laatstgenoemde 1936 gedateerd (een ijzeren brugje vervangend). Kasteel van twee bouwlagen; sober, symmetrisch volume met rococo-inslag; voor- en achtergevel van negen traveeën, zijgevels van zeven traveeën; afdekking door middel van mansardedak met dakkapellen met vleugelstukken. Gecementeerde, van schijnvoegen voorziene lijstgevels op zandstenen sokkel; aflijnende vlakke pilasters met natuurstenen rocococartouche onder onversierd entablement met kroonlijst op klossen; drie traveeën brede middenrisaliet eveneens gemarkeerd door vlakke pilasters met natuurstenen rocococartouche, onder driehoekig fronton met gebogen oculus en rococorankwerk. Arduinen venster- en deuromlijstingen. zuidoost- en noordoostgevel met rechthoekige vensters, respectievelijk met bewaarde luikhaken en beluikt; noordwest- en zuidwestgevel met segmentboogvensters en getraliede keldervensters, respectievelijk beluikt en met bewaarde luikhaken. Voorgevel: schouderboogdeur in geprofileerde omlijsting op neuten met bekronende druiplijst en ijzeren waaier; daarboven schouderboogvormig deurvenster. Gelijkaardige deur in soberder omlijsting, in achtergevel, onder bekronend gesmeed ijzeren balkon. Zuidwestgevel met rondboogdeur ingeschreven in lijst met schouderboogvormig tracé, bekronend gesmeed ijzeren balkon; de flankerende traveeën zijn blind.
Rococo-interieur met fraaie kapel uit 1764.
Links en rechts van de oprijlaan, dienstgebouwen met centraal volume van twee bouwlagen en drie traveeën onder driehoekig fronton met oculus, geflankeerd door lagere (aangepaste bijbouwen; haakse aanhorigheden, voormalige oranjerieën, met segmentboogvormige muuropeningen, rechts met ramen in ijzeren harnas. De linkse gebouwengroep fungeert als hoeve met witgeschilderde gebouwen gegroepeerd rondom een gekasseide binnenplaats met tuin.
Fraai park, geïnspireerd op de tuinen van Versailles door A. Le Nôtre: kanalen, vijvers, lovertheaters, gewijzigd en uitgebreid in romantische geest in de loop van de 18de en 19de eeuw.
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent.
Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: d'Huyvetter C. & de Longie B. & Eeman M. 1978: Kasteeldomein van Leeuwergem [online], https://id.erfgoed.net/teksten/9783 (geraadpleegd op ).