Stichting in 1344 door burggraaf de Melun. Oorspronkelijk godshuis voor behoeftige reizigers, weldra omgevormd tot hospitaal. Verwoesting in de tweede helft van de 16de eeuw door de geuzen. Opnieuw gesticht in 1585 door Filip van Egmont. Naast ziekenhuis ook onderwijsinrichting, laatstgenoemde vanaf 1598. Wederopbouw na brand van 1604. Brand in 1639 en 1728. Oprichting van nieuwe kapel in 1741-42. Sinds 1810 instituut voor vrouwelijke geesteszieken. In de loop van de 20ste eeuw uitgebreid met verschillende gebouwen. Grote uitbreidingen midden 20ste eeuw ten zuidwesten van de oorspronkelijke kloostergang. Oude kloostergang opklimmend tot het vierde kwart van de 17de eeuw tot de eerste helft van de 18de eeuw; latere aanpassingen; vier vleugels van twee bouwlagen onder aaneengesloten zadeldaken (leien), gegroepeerd rondom een rechthoekig binnenhof. Kapel in de oksel van de noordoostelijke en zuidoostelijke vleugel .
Kapel
Deels ingebouwde éénbeukige ruimte van vier traveeën met driezijdige koorsluiting. Baksteenbouw op sokkel van zandsteen. Afdekking door middel van afgesnuit zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) met klokkenruiter. Zuidoostelijke gevel, straatgevel, verlicht door middel van steekboogvensters. In de tweede travee: vernieuwde steekboogdeur (lijkdeur) in een omlijsting van zandsteen, bekronende rondboognis verfraaid met flankerende vleugelstukken; erboven jaartal 1741. Overkluizing door middel van tongewelf met gordelbogen op consoles. Verlaagd plafond van de twee eerste travee met erboven ruimte voor orgel.
Mobilair
Gemarmerd altaar; communiebank in rococostijl (18de eeuw); biechtstoel en lambrisering in Lodewijk XVI-stijl (tweede helft van de 18de eeuw). Orgel van G. David (eerste kwart van de 18de eeuw), herkomstig van de kerk van Hemiksem. Marmeren grafsteen (1741) in de vloer. Rechthoekige kloostergang: vier vleugels met vernieuwde buitengevels.
Zuidoostelijk pand
Vrij gesloten straatgevel met recent parement op vernieuwde sokkel van natuursteen. Gerestaureerde steekboogdeur voorzien van zandstenen negblokken en druiplijst; bekronende, volledig vernieuwde rondboognis met wapenschild van Filip van Egmont; recente luifel. Drie kleine steekboogvensters, met vernieuwde negblokken op de bovenverdieping. Noordwestelijk pand. Tijdens de 19de en 20ste eeuw aangepaste buitengevel van zes traveeën op zandstenen sokkel; datering 1720 op een gevelsteen boven de recente linker steekboogdeur. Bezijden deze vleugel: behouden korfboogdeur van zandsteen met imposten en in de druiplijst opgenomen sluitsteen, uit de eerste helft van de 18de eeuw. Binnentuingevels van deze vier panden: baksteenbouw op gecementeerde plint, witgekalkt op de begane grond. Gedrukte tudorboogvormige benedenvensters; glas in lood waarvan een gedateerd 1729. Getoogde bovenvenstertjes. Gedrukte tudorboogdeur met zandstenen tussendorpel op consoles.
Interieur
Rondom het rechthoekig binnenhof loopt een gang waarop alle kamers uitkomen. Gang met gedrukte barokgewelven met sobere stucversiering en datering 1687 en 1730. Refter in de noordwestvleugel: gedrukt gewelf met fraaie stucversiering en jaartal 1798 op een gordelboog.
DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Gent, reeks V, deel IV
Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent. Auteurs: d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Klooster van de grauwe zusters - penitenten [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/9861 (geraadpleegd op ).