Geschiedenis van het vaartuig: Den Oeschaert werd in 1966 gebouwd als privéjacht van Fernand en Irene Van den Keybus. De familie voer de jaren voordien met de Drako I en Drako II. Op 1 mei 1966 werd de hoogaars Den Oeschaert van de werf J. Van Garsse in Steendorp te water gelaten. De aftimmering gebeurde ook in Steendorp door Omer De Bruyn. Het tuig van afkomstig van Verras in Paal (Nederland). Het schip werd getekend door Edgard De Graef die ongeveer 20 jaar vroeger ook de Pyp Toeback tekende. Den Oeschaert was grotendeels een kleinere versie van de Pyp Toeback. Het schip ontleent zijn naam aan den Oeschaert, een kwelduivel uit de folklore van het Waasland. Die wordt afgebeeld als een bok of een kat met kettingen die op de rug van mensen sprong en zichzelf liet dragen tot op zijn bestemming.

Den Oeschaert is een voorbeeld van de interesse in traditionele plat- en rondbodems die ontstond toen deze soort schepen niet meer in de visserij of voor transport werden gebruikt. Na de teloorgang van de oude plat- en rondbodems ontstond opnieuw interesse voor de bouw van schepen op basis van de oude vormen, maar dan als jacht. Den Oeschaert is een hoogaars. Dit type was samen met de hengst het meest voorkomende vissersschip op de Schelde en de Zeeuwse wateren.

Den Oeschaert lag de eerste tien jaar in de getijdenhaven van Paal op de Westerschelde (Nederland). De volgende tien jaar was Breskens (Nederland), eveneens op de Westerschelde, de uitvalsbasis. Sindsdien overwinterde het schip in Lokeren. Tijdens de zomermaanden voer de familie Van den Keybus op de waterwegen van Noord-Frankrijk, België en Nederland. Het schip werd goed onderhouden en in de winters vrijwel steeds op het droge gezet. De belangrijkste vernieuwingen die de laatste jaren gebeurden, waren de installatie van een nieuwe motor en het vernieuwen van het dek, de zwaarden en de mast.

Den Oeschaert is bekend binnen de varend erfgoedwereld als hoofdrolspeler in de cursiefjes van Fernand Van den Keybus. De eigenaar publiceerde in het blad Varen van februari 1974 tot april 1984 zijn “Oeschaertiaentjes”. Fernand Van den Keybus is tevens een actieve organisator van bijeenkomsten van rond- en platbodems, de zogenaamde stroppentochten. Daarbij werd met een groep rond- en platbodems uit België en Nederland in het voorjaar gezamenlijk een vaarprogramma afgewerkt. De eerste twee stroppentochten hadden Gent als bestemming en vonden plaats in 2005 (met 38 schepen) en 2009 (met 52). Ook in 2000 deed de organisator met 62 schepen de Graslei aan (toen voerde het evenement evenwel een andere naam).

Eigenaars: Den Oesschaert is eigendom van de familie Van den Keybus.

Bouwjaar: 1966.

Werf: Werf J. Van Garsse in Steendorp. Ontwerp van Edgard De Graef. De aftimmering gebeurde in Steendorp door Omer De Bruyn. Het tuig was afkomstig van Verras in Paal.

Functie: Jacht.

Vaargebied: Noord-Frankrijk, België, Nederland.

Beschrijving romp, constructie en opbouw: Het schip werd in staal gebouwd en gelast. De romp heeft de traditionele vorm van een hoogaars platbodem vissersschip. Het schip werd van bij de aanvang als jacht gebouwd met een centrale kajuit en een betimmerde kuip.

Tuigage: Het schip is kotter getuigd: een gaffelgrootzeil van 36 m², een fok van 14 m² en een kluiver van 12 m². De originele zeilen van den Boer werden in 1993 vervangen door nieuwe exemplaren van dezelfde producent.

Motor: Aanvankelijk werd een BMC benzinemotor geïnstalleerd. In 1994 werd die motor vervangen door een Vetus diesel M4.14 van 24 kw/33 pk. De keerkoppeling is een Hurth HBW 100-2R.

Interieur: De hoogaars Den Oeschaert heeft de typische interieurindeling van een scherp jacht van deze afmetingen. Vanuit de kuip is er een trapje naar de centrale ruimte met links het toilet en rechts een keukentje. De motor zit achter de trap. De zitruimte kan omgevormd worden tot slaapplaats. In de kajuit in de piek van het schip bevinden zich een dubbel bed, een enkel bed en een koelkast.