erfgoedobject

Drijvende stoomkraan nummer 9

varend element
ID
99073
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99073

Juridische gevolgen

Beschrijving

Geschiedenis van het vaartuig: In de Tweede Wereldoorlog waren vele grote drijvende kranen opzettelijk tot zinken gebracht om de sluizen van de haven te blokkeren. Na de oorlog werden door de haven verschillende nieuwe kranen aangekocht. De grootste aankoop was een nieuwe 150-tonskraan, de dieselelektrische Grote Gust (Vlotkraan nr. 1, gekapseisd en verschroot in 2006). Om de 150-tonskraan te ontlasten werden ook enkele kleinere kranen aangekocht, waaronder de drijvende 40-tons wipkraan Vlotkraan nr. 2 uit 1952.

De drijvende stoomkraan nr. 9 werd vanaf 1948 in opdracht van de stad gebouwd in een serie van vier 10-tonskranen. De Boelwerf (Jos Boel en zonen) in Temse leverde op 1 september 1950 het ponton af, waarop de Boomse Metaalwerken de kraaninstallatie bouwden. Vanaf de oplevering op 27 december 1951 werd de stoomkraan ingezet in de Antwerpse haven als verplaatsbare kraan voor de overslag van goederen, voornamelijk tussen schepen onderling. De kraan werd verplaatst door havensleepboten.

De kraan is uitgerust met een 28 meter hoge dubbele giek om bij het toppen (hijsen van de giek) de last op gelijke hoogte te houden. De grote giek wordt bewogen door een rondsel en een tandsector aan weerszijden van de kraantoren en is door trekstangen verbonden met de kleine giek achteraan op de kraantoren. De kleine giek kantelt mee als de grote giek beweegt en compenseert daardoor de beweging van de hijskabel, zodat de last horizontaal blijft tijdens de topbeweging.

De kraan staat opgesteld op een wagen op het ponton. De kraan draait op een pennenkrans rond een spil in het midden van de wagen. De wagen kan op het 36 meter lange ponton verrold worden om de goederen in de aanliggende schepen te kunnen bereiken. Dit verklaart de opvallend gebogen rails in de lengte op het dek: indien de kraan zich op het uiteinde van het ponton bevindt, waardoor die zijde dieper in het water komt te liggen, blijft de kraan toch waterpas staan. De rijbeweging wordt aangedreven door de hoofdstoommachine, die ook instaat voor de hijsbeweging. Vanwege de mobiliteit en het groot bereik werd het hefvermogen van de kraan beperkt tot 10 ton.

Bijzonder is de aandrijving van het kraanmechanisme en de lieren door drie stoommachines, terwijl op de kaaien meestal voor elektrisch aangedreven kranen werd gekozen. De stroomproductie gebeurt door een imposante verticale vlampijpketel. Via vaste verbindingsstangen kon de kraanman vanuit de stuurcabine, gemonteerd aan de voorzijde van de kraan vlak boven het machinehuis, de diverse schakelingen naar de stoommachines en kabellieren uitvoeren. Met uitzondering van de koperen onderdelen en leidingen is de installatie nog vrij volledig aanwezig. In het ruim van het ponton werd een grote hoeveelheid briketten opgeslagen als brandstof voor de stoominstallatie.

In 1983 werd de kolengestookte stoomketel vervangen door een nieuwe ketel tijdens een meer dan twee jaar durende grondige revisie van de stoomkraan door het Algemeen Werkhuis Noord.

De stoomkraan werd bij collegebesluit van 22 oktober 1990 overgedragen aan het Nationaal Scheepvaartmuseum. Op 30 september 2010 werd de Drijvende stoomkraan nr. 9 beschermd als varend erfgoed. De kraan is de enige overblijvende grote, drijvende door stoom aangedreven havenkraan in Vlaanderen en vermoedelijk zelfs de enige in Europa.

Met zijn ligplaats in het Bonapartedok van Antwerpen vormt de stoomkraan nr. 9 een imposante aanvulling op de aan de Rijnkaai opgestelde, als monument beschermde, collectie historische walkranen uit de collectie van het Museum aan de Stroom (MAS).

Eigenaar: De stad Antwerpen.

Bouwjaar: 1948-1951.

Werf: Het ponton werd gebouwd door de Boelwerf in Temse. De kraan werd vervaardigd door de Boomse metaalwerken.

Functie: Verplaatsbare havenkraan voor overslag van goederen.

Vaargebied: Haven van Antwerpen.

Beschrijving romp, constructie en opbouw: Het ponton werd in staal gebouwd. De langsnaden van huid en dek zijn gejoggeld en vervolgens geklonken. De dwarsnaden van het vlak overlappen elkaar en werden dubbel geklonken. De verschansing en lichte constructies werden elektrisch gelast.

Aandrijving: In het kraanhuis staan de stoomketel, de machines en de lieren voor de kraanbeweging opgesteld. De stoomketel is een verticale vlampijpketel met een verwarmd oppervlak van 50 m². Het kraanmechanisme wordt aangedreven door drie verticale stoommachines. De hoofdmachine drijft zowel de hijsbeweging als het kraanrijden aan. De kleinere zwenkmachine staat opgesteld in het kraanhuis. De machine voor de topbeweging is bovenaan op de toren terug te vinden. Voor de elektriciteitsopwekking werd een ABC-dieselmotor gebruikt, die vandaag niet meer aanwezig is.

Uitrusting: De Vlotkraan nr. 9 heeft een kraan met een hoogte van 32 meter en een vlucht van 28 meter. De nuttige last bedraagt 10 ton.

Centraal op het voor- en achterdek staat telkens een stoomlier met dubbele functie. Beide lieren doen dienst als ankerlier en verhaallier. Daarom zijn ze ook uitgerust met verhaalkoppen aan weerszijden van de kettingschijf. De stoomtoevoer gebeurt langs buizen onder het dek. Aan iedere zijde van het ponton staan twee handlieren met kabeltrommel opgesteld. Deze lieren worden gebruikt om een lichter langs het ponton te verhalen.

In het kraanhuis staat een Worthington duplexpomp opgesteld met een debiet van 500 liter/minuut. De pomp diende ten eerste als lenspomp om water uit het ponton te pompen. Ten tweede werd de pomp gebruikt om water in de stoomketel te pompen. Het waterreservoir bevindt zich in het kraanhuis. De derde functie van de pomp is het aanvullen van deze waterreservoirs.

De cabine van de kraanman werd verwarmd met een stoomleiding.

Interieur: Aanvankelijk was er voor de schipper, bemanning en kraanmannen een verblijfsruimte ingericht in het ponton. De stoominstallatie moest immers op piekmomenten de klok rond onder druk gehouden worden. Die verblijfsruimte is vandaag niet meer aanwezig.

  • Beschermingsaanvraag door het Museum aan de Stroom en Paul Van Schoors.
  • Archief Vlotkraan nr. 9, Stadsarchief Antwerpen.
  • DECOCK P. s.d.:De evolutie van de havenuitrusting voor goederenbehandeling. Deel 1: van de oudste tijden tot Wereldoorlog II, Hinterland 96, 25-28.
  • DECOCK P. s.d.: De evolutie van de havenuitrusting voor goederenbehandeling. Deel 2: van Wereldoorlog II tot heden, Hinterland 97, 21-25.
  • HIMLER A. 1981: Zware lastkranen: historische evolutie, deel I: Tot ca. 1900, Hinterland 111, 44-50.
  • HIMLER A. 1982: Zware lastkranen: historische evolutie, deel II: Vanaf ca. 1900 tot heden, Hinterland 113, 45-51.

Auteurs: Van Dijck, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Drijvende stoomkraan nummer 9 [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99073 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.