Geschiedenis van het vaartuig: De SeaSens werd tussen 1939 en 1941 gebouwd op de Stader Schiffswerft in Duitsland. Het schip werd gebouwd in opdracht van Heinz Schriewer. Het schip, dat zijn naam ontleende aan zijn eigenaar, was de vijfde kustvaarder die door de werf werd gebouwd. De Stader schiffswerft specialiseerde zich vanaf het einde van de jaren 1930 in de productie van kustvaarders. Een kustvaarder is een klein vrachtschip dat werd gebruikt voor vrachtvervoer in de kustwateren en op de bevaarbare rivieren. Zoals in de binnenvaart waren de schepen meestal eigendom van de schipper.

Uit de logboeken van 1941 tot 1975 kan worden afgeleid dat het schip vrijwel constant met vracht heeft gevaren. Het schip werd in de jaren zestig verlengd tot 45 meter om meer vracht te kunnen vervoeren. De originele masten met laadbomen werden op een onbekend ogenblik vervangen door kleinere masten zonder laadboom.

Kustvaarders werden in de loop van de jaren 1970 minder rendabel. Het waren kleine en trage vaartuigen die werden weggeconcurreerd door grotere en snellere schepen. In 1986 werd het schip, ondertussen tot de Imke omgedoopt, verkocht aan een Afrikaanse zakenman. Op weg naar Afrika kreeg de Imke motorpech voor de Belgische kust. Het schip werd binnengesleept in Oostende en aan de ketting gelegd. Het schip werd per openbaar opbod verkocht aan een Brugse reder.

In 1992 werd het schip verkocht aan de vzw Artist Service. Die vzw richtte het ruim van het schip als een polyvalente ruimte in. Vanaf 1996 werd het ruim van het schip gebruikt voor concerten, cursussen, tentoonstellingen, recepties en feesten. Vanaf 2003 werd de SeaSens gebruikt voor ontspannings- en relaxatiesessies. In juli 2017 werd het schip naar Amsterdam verplaatst na een verkoop aan Nederlanders.

Eigenaars:

• 1941-1966: Heinz Schriewer (Hamburg).
• 1966-1975: Johann Heinrich Brandt (Hamburg).
• 1975-1985: Heinz von Ahn (Hamburg).
• 1985-1988: Jugendschiff Corsar e.v. (Cuxhaven).
• 1988: Jude Ike Okonwo (Lagos).
• 1988-1992: Borlim nv (Zeebrugge).
• 1992-2003: vzw Artist Service (Oostende).
• 2003-2017: vzw SeaSens (Oostende).
• Vanaf juli 2017: nieuwe eigenaar met Nederlandse nationaliteit (Amsterdam).

Bouwjaar: 1939.

Werf: Stader schiffswerft (Staden, Duitsland).

Functie: Aanvankelijk diende de SeaSens als vrachtschip. Vanaf 1992 wordt het schip gebruikt voor culturele activiteiten en vanaf 2003 voor ontspannings- en relaxatiesessies.

Vaargebied: Noordwest Europese kusten.

Vracht: De SeaSens was niet gespecialiseerd en vervoerde allerlei bulkgoederen en stukgoederen.

Beschrijving romp, constructie en opbouw: De SeaSens heeft een romp van overlappende geklonken stalen platen op spanten. De kimkiel loopt over een groot deel van de lengte van de romp. Het schip werd in de jaren zestig doormidden gebrand en verlengd tot 45 meter. Achteraan het schip staat een stuurhut met schoorsteen. Het vooronder is te bereiken via een afgeronde stalen buiskap op het voordek.

Tonnage: 500 nettoton (laadvermogen), 245 brutoton (volume) en 530 m3 waterverplaatsing.

Tuigage: De SeaSens had aanvankelijk twee masten met laadbomen om het schip te laden en te lossen. In het originele opzet van het schip waren 280 m2 hulpzeilen voorzien.

Motor: Het schip wordt aangedreven door een Humboldt-Deutz RV6M345 van 6 cilinders. Bij 250 toeren per minuut leverde de dieselmotor 250 pk. Het schip kon daarmee een snelheid van 8,5 knopen lopen. Er was geen keerkoppeling voorzien. Vooraleer achteruit te kunnen lopen moest de motor dus tot een volledige stilstand komen. In de machinekamer bevinden zich naast de hoofdmotor twee compressoren, twee persluchtflessen, twee brandstoftanks van elk 5000 liter, een dagtank van 200 liter, een stroomgenerator en een brander voor de centrale verwarming.

Uitrusting: Op het achterdek staat een davit met een handlier. Op de voormast is een laadboom bevestigd die door een manuele lier wordt bediend. Op het voordek staat een ankerlier die met een eencilinder diesel wordt aangedreven.

Interieur: De woon- en verblijfsruimte bevindt zich achteraan het schip en omvat een inkom, het sanitair, de keuken met een eethoek, de hut met salon voor de schipper, twee kleinere hutten voor telkens twee personen en een opslagruimte. Boven de hutten is de houten stuurhut gebouwd. Het vooronder doet dienst als magazijn en als atelier. Het laadruim werd verbouwd tot een relaxatieruimte. Het laadruim kan betreden worden via een nieuwe stalen trap. Bovenop het ruim werd een nieuw houten dek gelegd dat dienst doet als dekterras.