Geschiedenis van het vaartuig: De Avila is het jacht dat koning Boudewijn gebruikte tijdens zijn vakanties in het Spaanse Motril. Vanaf Leopold II had de koninklijke familie een levendige interesse in de pleziervaart. Leopold II huurde vanaf 1898 het luxueuze stoomjacht Alberta. Albert I nam met zijn zeiljacht Flandria deel aan zeilwedstrijden in België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje.

Koning Boudewijn bestelde de Avila in 1964 als sportvissersvaartuig. Het jacht lag afgemeerd in Motril aan de Spaanse zuidkust. Boudewijn hield ervan om op tonijn te vissen.

Eigenaars: Het jacht was eigendom van koning Boudewijn. Na zijn overlijden schonk koningin Fabiola in 1996 het jacht aan het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis.

Bouwjaar: 1964.

Werf: Gebouwd in Bilbao (Spanje) naar een ontwerp van Colin Mudie.

Functie: Pleziervaart.

Vaargebied: De Middellandse Zee.

Beschrijving romp, constructie en opbouw: De romp werd gebouwd volgens een klassiek lijnenplan met een boeg die scherp toeloopt, terwijl het vaartuig achteraan evolueert naar een ronde romp om ruimte te scheppen voor het interieur.

Tonnage: 50 ton waterverplaatsing.

Motoren: De Avila heeft twee motoren (merk onbekend) die elk een eigen schroef aandrijven. Er zijn twee roerbladen.

Interieur: Het is een sober jacht met een woonkamer, een keukentje, een slaapkamer en een badkamer.