Geschiedenis van het vaartuig: De Odilia werd in 1911 gebouwd op de werf van Steven Seijmonsbergen in Amsterdam op de locatie van de vroegere werf Concordia. Het vaartuig werd gebouwd in opdracht van de Amsterdamse rederij J.H. Bergann. De Odilia heette aanvankelijk de Nautica, een naam die doorheen de geschiedenis van het schip regelmatig wijzigde. De Odilia was een zogenaamde Amsterdammer. Dat was een motorsleepboot met een brede voorroef en met een open dekje waarachter de motorkamer met aansluitende stuurhut en een open achterdek volgde. Het uiterlijk van het schip werd tijdens de actieve periode enkele keren gewijzigd. Zo is de constructie van de voorroef geklonken, terwijl de achterroef gelast is, wat duidt op werken op verschillende tijdstippen.
De eerste vermelding van de Odilia in België dateert van de meetbrief van 26 april 1950. Het vaartuig heette toen de Sint-Antonius en sleepte het sleepschip van de eigenaar Meulesteen. Tussen 1950 en 1969 werd de Odilia onder meer gebruikt voor het slepen van schepen tussen Lommel (Blauwe Kei) en Maastricht.
Vanaf 1969 werd de Odilia recreatief gebruikt. Het vaartuig werd aangepast zodat de eigenaars comfortabel met het schip konden varen. In 1993 werd de Odilia eigendom van Hubert Ramakers die het vaartuig restaureerde naar het beeld van de klassieke motorsleepboten. Het vaartuig werd in 2014 verkocht aan een Nederlandse eigenaar, die het vaartuig herdoopte tot 'Maaike'.
Eigenaars:
Bouwjaar: 1911.
Werf: Steven Seijmonsbergen in Amsterdam (werf Concordia).
Functie: De Odilia was aanvankelijk in gebruik als sleepboot. Vandaag wordt het schip gebruikt voor recreatie.
Vaargebied: De motorsleepboot Odilia vaart in Nederland, België en Noord-Frankrijk op de binnenwateren en neemt deel aan tal van varend erfgoed-evenementen.
Beschrijving romp, constructie en opbouw: De Odilia is opgebouwd uit een stalen geklonken romp en een stalen gelaste opbouw die van ongeveer 1945 dateert. Langs beide zijden van de voorroef is er een smal gangboord. In 1994 werden de dekken en gangboorden vervangen. In 1994 werd de achterroef verlaagd naar de originele hoogte. De vorige eigenaar had immers het achteronder met 25 cm verhoogd om een comfortabele stahoogte te verkrijgen. Het bovenste gedeelte van de stuurhut werd verwijderd en vervangen door een stuurhut in teak. Het onderwaterschip werd in de winter van 2003-2004 gedubbeld.
Tonnage: 21 brutoton.
Motor: In 1911 kreeg de Odilia een 1-cilinder Kromhout motor van 18 pk. Die werd vervangen door een Latil A2 van 60 pk. Wellicht in 1949 werd een dieselmotor van La Meuse type C III van 60 pk geïnstalleerd. In 1994 werd die motor op zijn beurt vervangen door een Daimler-Benz OM204 B diesel uit 1959 met een vermogen van 120 pk (88,3 kw). De keerkoppeling is sinds 1994 een hydraulische Brevo type 504. De motor en keerkoppeling drijven een drieblads gietijzeren rechtsdraaiende schroef aan.
Uitrusting: Er is een Lister hulpmotor van 4,5 pk aanwezig om startlucht voor de motor aan te maken. In 1994 werd terug een beting met een Duitse sleephaak geplaatst. Op het voordek werd een draadankerlier geïnstalleerd.
Interieur: Het interieur van de Odilia werd in 1994 gesloopt en vernieuwd.
Auteurs: Van Dijck, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Sinds 2014 bevindt het vaartuig zich in het buitenland.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Maaike [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99105 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.