Geschiedenis van het vaartuig: De Willebroek werd in 1954 gebouwd op de Duitse scheepswerf Clausen in Oberwinter. De motorsleepboot maakte deel uit van de Duitse herstelbetaling aan België na de Tweede Wereldoorlog. Er werden naast de Willebroek nog drie andere schepen geleverd: de Brabant 2 en de A952 Wesp en A951 Hommel. Die laatste twee schepen werden door de Belgische marine ingezet.
De Willebroek werd aanvankelijk gebruikt voor het slepen op het kanaal door de uitbater van de kanalen. Zodra het monopolie op het slepen werd afgeschaft werd de sleepdienst door privéfirma’s overgenomen. De Willebroek werd nadien ingezet voor oliebestrijding, oeverinspecties en werken aan sluizen. Rond 2010 werden achteraan het schip bluspompen geïnstalleerd. Dankzij onderdelen van de gesloopte Brabant 2 kon de Willebroek in de vaart worden gehouden. Het schip werd door Waterwegen en Zeekanaal buiten gebruik gesteld en werd verkocht. De Willebroek is in het buitenland terechtgekomen.
Eigenaar: Waterwegen en Zeekanaal nv. Het vaartuig werd rond 2015-2016 verkocht aan een Nederlandse eigenaar.
Bouwjaar: 1954.
Werf: Schiffswerft Clausen in Oberwinter aan de Rijn (Duitsland).
Functie: De Willebroek was aanvankelijk in gebruik als sleepboot. Later werd het schip voor allerlei werken ingezet waarbij de grote wendbaarheid van het schip een troef was.
Vaargebied: Kanalen.
Beschrijving romp, constructie en opbouw: Gelaste stalen romp.
Tonnage: 22 brutoton.
Motoren: 2 x MWM diesel van elk 150 pk. De door de twee motoren opgewekte kracht wordt overgebracht op hydraulische pompen. De hydraulische pompen drijven aan weerszijde van het schip een Voith-Schneider propeller aan. Dit is een verstelbare verticale scheepsschroef, ook wel kantelbladschroef genoemd. Dit type van aandrijving werd in 1927 ontwikkeld door de Oostenrijkse ingenieur Ernst Schneider in samenwerking met de scheepswerf Voith uit Heidenheim an der Brenz. De Voith-Schneider propeller bestaat uit een horizontaal gemonteerde roterende schijf waarop een aantal verticaal gemonteerde schepvormige bladen worden bevestigd. De bladen kunnen worden versteld. Dit laat toe uiterst nauwkeurig te manoeuvreren. Er is geen roerblad nodig voor de besturing.
Uitrusting: Er is achteraan het schip een beting om te slepen aanwezig. Rond 2010 werden bluspompen geïnstalleerd.
Interieur: In de voorpiek bevindt zich een materiaalkot en toilet. Daarachter volgen het propellerruim en het woonruim met twee slaapplaatsen. In het achteronder werden de twee motoren geïnstalleerd. De stuurhut bevindt zich boven het propellerruim.
Auteurs: Van Dijck, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Sinds 2015 of 2016 bevindt het vaartuig zich in het buitenland.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Willebroek [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99107 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.