Geschiedenis van het vaartuig: De Doel werd in 1952 gebouwd op de scheepswerf Beliard-Crighton in Oostende in opdracht van het ministerie van Verkeerswezen. De Doel werd gebruikt als bebakeningsschip (ook wel betonningsvaartuig of boeienlegger genoemd) op de Schelde.
De term bebakening wordt gehanteerd voor allerhande vaste (bakens) en drijvende (boeien of tonnen) merktekens waarmee een vaarwater wordt afgebakend in functie van de veiligheid van de scheepvaart. Die merktekens, vaak met licht- en/of geluidssignalen, behoeven een regulier onderhoud en moeten bij wijzigende situaties verplaatst worden. De toename van de omvang en het aantal van de boeien, gecombineerd met het steeds intenser onderhoud, leidde tot de beslissing om hiervoor specifieke werkschepen te bouwen.
Het bebakeningschip Doel werd gebouwd in 1952 in opdracht van de Belgische staat om voornamelijk te worden ingezet voor het onderhoud van de bebakening op de Zeeschelde. Naast deze hoofdopdracht werd het schip ook ingezet voor hydrografische waarnemingen. De boot werd specifiek ontworpen, gebouwd en uitgerust in functie van het uitzetten en ophalen van de boeien met hun anker en ankerketting.
Het bebakeningsschip Doel werd vanaf 1980 vervangen door grotere schepen zoals de Lillo en de Dijle, omdat de boeien en hun ankers steeds groter en zwaarder werden. De Doel werd tot in 2001 als reservevaartuig gebruikt. In 2003 kreeg de vzw Behoudsvereniging Bebakeningsschip Doel het schip in bruikleen. In juni 2013 werden de eigendomsrechten van het bebakeningsschip overgedragen op de vzw.
Eigenaars:
- 1952-1994: Het Ministerie van Verkeerswezen.
- 1994-2013: Met de uitvoering van de staatshervorming werd het schip in 1994 eigendom van de Vlaamse overheid.
- Sinds 12 juni 2013 is de vzw Behoudsvereniging Bebakeningsschip Doel de eigenaar van het schip.
Bouwjaar: 1952.
Werf: Beliard-Crighton in Oostende.
Functie: Bebakeningsschip.
Vaargebied: De Schelde.
Beschrijving romp, constructie en opbouw: Het schip werd gebouwd met extra dikke staalplaten aan de zijkanten en de boeg omdat onzacht contact met de boeien niet steeds te vermijden was. De rompstructuur werd verstevigd met keerspanten en met twee extra zijzaathouten en bijkomende langstringers. Bovenop de ruim bemeten plaatdikte en de sterke rompconstructie werden nog extra staalstrips aan de buitenzijden aangebracht om de romp te beschermen tegen beschadiging bij het aan boord hijsen of te water laten van de boeien. In de verticale richting werden de rompplaten aan de spanten geklonken. In de langsrichting werden de rompplaten aan elkaar gelast. Het schip werd gebouwd op dwarse stabiliteit voor het uit het water tillen van boeien.
Tonnage: 294,04 m³ waterverplaatsing.
Motor: Een zescilinder dieselmotor 6MDU (nummer 7844) van het Gentse bedrijf ABC. Bij 460 toeren per minuut levert de motor 250 pk.
Uitrusting: De Doel heeft een mast en giek om boeien mee uit het water te lichten. Een Valmet diesel zorgde voor de hydraulische aandrijving van de lieren. Het schip was uitgerust om ook het anker en de ankerketting van de boeien te lichten. Vooraan op de boeg werd daarvoor een zware kettingrol voorzien. De lier werd ver naar achter geplaatst waardoor een groot deel van het eigengewicht van de boot als tegengewicht kon werken.
Een Perkins driecilinder diesel wordt ingezet als gelijkstroomgenerator van 110 Volt (ACEC Gent). Een recente viercilinder Mitsubishi diesel zorgt voor het opwekken van 380/220 volt wisselstroom.
Interieur: Naast de houten stuurhut bezit het schip een eenvoudige inrichting voor het verblijf van de doorgaans vijfkoppige bemanning.
- 2010: Bebakeningsschip Doel, uniek varend erfgoed, beschermd als monument, SIWE Nieuwsbrief 58, 17.
- VERHULST A. januari 2010: Beschermingsnota Bebakeningsschip Doel.
- www.agentschapmdk.be/blog/?m=201306 (geraadpleegd in juni 2013).