Volgens de Ferrariskaart en oude gravures aanvankelijk een omgracht U-vormig complex met muur en brug. Tijdens de Franse Revolutie verkocht als zwart goed, nadien ingericht als boerderij. Leegstaand van 1966 tot 1976 toen de huidige eigenaars het goed kochten en begonnen met de restauratie en wederopbouw, met herstel van de omgrachting.
Omgracht complex in traditionele bak- en zandsteenstijl, bestaande uit een rechthoekig hoofdgebouw met aanbouwsels met huidig uitzicht vermoedelijk uit de 17de en 18de eeuw, recent uitgebreid en aangepast; recente ingangspoort ten westen, recent aangepaste schuur uit de 18de eeuw ten zuiden en tuin ten oosten. Bakstenen omheiningsmuur in opbouw (1988). Toegankelijk via recent aangeplante dreef (eik en populier).
Recent herbouwde neotraditionele ingangspoort met brug, naar verluidt op de fundamenten van de oude toegang, onder zadeldak tussen zijtrapgevels. Korfboogvormige doorgang, smeedijzeren hek, naar verluidt afkomstig van een oude Lierse stadspoort met de initialen van de smid en de toenmalige burgemeester, jaartal 1822.
Hoofdgebouw van twee bouwlagen, op afgeschuinde zandstenen sokkel, onder zadeldak (kunstleien) tussen westelijke trapgevel (5 treden en top) en oostelijke puntgevel met overhoeks topstuk en schouderstukken. Typische speklagen, steigergaten, hoekblokken, kordonvormende waterlijst, restanten van kwarthol geprofileerde zandstenen daklijst. Zuidgevel gemarkeerd door aanzet van vroegere dwarsvleugel (verbinding met schuur) mogelijk ter vervanging van een oudere constructie (zie het ontbreken van speklagen en hoekblokken). Kruiskozijnen, deels vernieuwd of gedicht, ontlastingsbogen met zandstenen aanzet en sluitsteen.
Traditioneel westelijk aanbouwsel uit de 18de eeuw, van één bouwlaag onder leien zadeldak, met recente zijtrapgevel; oorspronkelijk onder lessenaarsdak. Onderkelderd; getralied rechthoekig keldervenster, opkamer met vernieuwd bolkozijn. Haaks aanbouwsel uit de 18de eeuw bij de noordelijke gevel van één bouwlaag onder zadeldak (kunstleien); kruiskozijnen met imitatie negblokken, aanzetten ontlastingsboog en sluitsteen. Tegen de zuidgevel, een neotraditionele toegangsvleugel in aanbouw.
Interieur. Zogenaamd "Rode Salon" (oostzijde): gerestaureerd plafond met moer- en kinderbalken, rustend op korbelen naar gotisch patroon. Bewaarde gotische schouw en rode tegelvloer. Zogenaamde "Grote Zaal" (westzijde) met balken op sloffen en korbelen; laatstgenoemde met onder meer wapenschild van Berlaar en jaartal 1523 (volgens eigenaar verwijzend naar een verbouwing of verkoop). Zogenaamd Blauwe Salon (noordelijk aanbouwsel) met datering 1760 op balk. Op de bovenverdieping naar verluidt bewaarde balken beschilderd met renaissance-fresco's (saterfiguren).
Langsschuur ten zuiden: grondig aangepast in neotraditionele stijl met toevoeging van nieuwe muuropeningen. Verankerde baksteenbouw van één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen) tussen puntgevels met topstuk, schouderstukken en muurvlechtingen. In de westgevel, een gevelsteen met initialen van huidige eigenaars en jaartallen "1790-1978". Recent ingebrachte kloosterkozijnen, rondboogdeuren en -poorten.
In de tuin: recent aangebrachte fontein met achtzijdige waterbak, naar verluidt op de fundamenten van een vroegere houten toren.
- Gegevens verstrekt door de eigenaars en de Gemeentelijke Dienst voor Archief en Geschiedenis.
- DE CEUSTER J., Terugblik op Berlaar en Gestel, s.l., s.d., p. 75.