Geschiedenis van het vaartuig: De Herwig is een zeiljachtje dat vele jaren als schoolschip diende voor de Sodipa zeilclub in Antwerpen. In 1947 nam de Antwerpse burgemeester Lode Craeybeckx het initiatief voor een ontwerpwedstrijd voor een zeiljacht. Scheepsontwerper baron G.W.W.G. van Hövell dong met zijn ontwerp Boomke van 6,74 meter mee naar de overwinning. Zijn ontwerp kwam als de Scheldekruiser in productie. In 1948 gleed de Herwig op de werf Roeis op de Antwerpse linkeroever het water in.
De Herwig werd aanvankelijk geschipperd door Leon Huybrechts (1876-1956). De Antwerpenaar Huybrechts nam deel aan de Olympische spelen van 1908, 1920, 1924 en 1928. De zeilcarrière van Huybrechts kende op de Olympische spelen van Parijs in 1924 zijn hoogtepunt met een gouden medaille in de Scheldejolklasse. Huybrechts was nadien actief in de opleiding van jonge zeilers.
Vanaf de jaren 1950 werd de Herwig geëxploiteerd door de zeilclub Sodipa. Dat was de zeilclub van het personeel van de stad Antwerpen. Het onderhoud gebeurde door de technische diensten van de haven. Schipper Edmond Focketyn leerde honderden jongeren op de Schelde, de Noordzeekust en de Zeeuwse wateren zeilen. Vanaf 2003 nam Rik Focketyn het roer van zijn vader over.
In 2009 werd het zeiljachtje uit dienst genomen en later op de wal gezet. Vanaf 2011 maakt de Herwig deel uit van de collectie van het Museum aan de Stroom (MAS).
Eigenaars: De stad Antwerpen.
Bouwjaar: 1948.
Werf: Werf Roeis in Antwerpen.
Functie: Pleziervaart en opleidingsschip van de Sodipa zeilclub.
Vaargebied: De Westerschelde, de Oosterschelde, het Veerse meer en de Noordzeekust.
Beschrijving romp, constructie en opbouw: De Herwig is een rondspant met overnaadse huidbeplanking en platte spiegel. Aanvankelijk was een ophaalbaar midzwaard voorzien. In de jaren 1960 werd de romp van het schip in polyester gezet. Op dat ogenblik werd het optrekbare zwaard vervangen door een vaste kleine kiel en werd een motor ingebouwd.
Tonnage: Onbekend.
Tuigage: De Herwig voerde een 7/8ste sloeptuig en er was een spinnaker voorzien. De mast was neerlaatbaar.
Motor: In de jaren 1960 werd een Petter dieselmotor AC1W van 6,5 pk ingebouwd.
Interieur: Onbekend.
- DE VRIESE G. 2011: Kraaiennest. Herwig, Ruimschoots 11.2, 21-22.
- SPITS E. 2007: Nederlandse jachten 1875-1975. Ontwerp en bouw van zeil- en motorjachten, Amsterdam-Zutphen, 95-105.
- Informatie van de FOD Mobiliteit en vervoer 2013.
- www.klyc.be/nieuws/in-de-rand/265-bewaren-van-een-iconisch-jacht(geraadpleegd op 9 februari 2011).