Geschiedenis van het vaartuig: De Zeezot is een Bretoense sloep die gebouwd werd om langoestenkooien te plaatsen en op te halen langs de rotskust van het Franse departement Morbihan. De Zeezot voer tussen 1948 en 1968 in de Golf van Morbihan bij Vannes. Mogelijk was de Bretoense Sloep aanvankelijk volledig open en werd de kajuit pas ingebouwd op het ogenblik dat het sloepje aan het einde van zijn visserscarrière kwam. Er is geen verdere informatie beschikbaar over de eerste twintig jaar van de geschiedenis van de Zeezot. Zo is ook de Franse naam waaronder de sloep voer onbekend.
In 1968 kocht de Belg Coussement de Bretoense sloep en bracht het scheepje van Bretagne naar Oostende over. De motor van de Zeezot werd in datzelfde jaar op een stalen frame geplaatst. Na Oostende werd Blankenberge vanaf 2003 een tijdlang de thuishaven. Sinds 2010 heeft de Zeezot zijn ligplaats in Nieuwpoort.
Eigenaars:
- 1968-1972: Coussement.
- 1973-1995: Johan Lahaye.
- 1995-2003: Van Ramsbeeck.
- 2003-2010: Jan Van Geem.
- Sinds 2010 de huidige particuliere eigenaar.
Bouwjaar: Circa 1948.
Werf: Chantier Henry et Joël Guillo te Conleau
Functie: Aanvankelijk werd de Zeezot ingezet voor de langoestenvisserij. Nadien werd de sloep voor de pleziervaart gebruikt.
Vaargebied: De Golf van Morbihan van 1948 tot 1968. Nadien werd voor de Belgische Noordzeekust gevaren.
Beschrijving romp, constructie en opbouw: De Zeezot is gebouwd op een doorlopende kielbalk met een rechte overhangende steven en een vlakke spiegel met aangehangen roer. De spanten hebben achteraan het schip een ronde vorm. Voor het onderwatergedeelte van de romp werd eik gebruikt. Boven de waterlijn beslaat de beplanking uit Oregon pine. De huidgangen zijn karveel aangebracht en de voegen werden gekalefaat. Het dek bestaat uit teak en de spiegel uit afzelia.
Tonnage: 5 ton waterverplaatsing.
Tuigage: De Zeezot is kottergetuigd. Dat wil zeggen dat de sloep een gaffelgrootzeil (21 m²), gaffeltopzeil (6,34 m²), stagfok (4,35 m²) en kluiver (8,5 m²) voert. De zeilen van de zeilmaker Paimpol in Bretagne werden bruin gekleurd. De mast is uit Oregon pine en de kotter heeft een boegspriet aan de bakboordzijde.
Motor: Een Yanmar 3QM30 diesel van 27 pk uit 1968.
Interieur: Het interieur, dat na de visserijperiode werd toegevoegd, omvat een zeilopslag en kettingbak in het vooronder. Daarop volgt een ruimte met een kookhoek en twee kooien.
- Informatie verkregen van de eigenaar (24 september 2013).