erfgoedobject

Mar-Mar

varend element
ID
99181
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99181

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld varend erfgoed Baquet van Charleroi Mar-Mar
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Maritiem park
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Geschiedenis van het vaartuig: De baquet van Charleroi in de collectie van het Museum aan de Stroom (MAS) is een voor Vlaanderen uniek voorbeeld van een type binnenvrachtschip dat tussen 1832 en 1933 voer op het kanaal Charleroi-Brussel. De schippers voeren met het schip regelmatig verder naar Klein-Willebroek en over de Rupel en de Schelde naar Antwerpen.

Het type is innig verbonden met de geschiedenis van het kanaal Charleroi-Brussel. Dat kanaal werd door de ingenieur Jean-Baptiste Vifquain (1789-1854) ontworpen. Het kanaal, dat in 1832 werd afgewerkt, was 74,2 km lang en zes meter breed. Het traject kende veel hoogteverschillen die werden overbrugd door cascades van sluizen en werden aangepakt met twee tunnels. Vifquain ontwierp sluizen van 21,4 m op 2,7 m waardoor een vrachtschip van 19,5 m lengte en 2,6 m breedte kon versassen. Met een diepgang van 1,8 m kon met dit balkvormige vaartuig ongeveer 68 ton steenkool worden vervoerd. De schepen werden langs het kanaal gejaagd. Het type werd aanvankelijk in hout gebouwd. Op het einde van de negentiende eeuw werd meer en meer gekozen voor de goedkopere in ijzer of staal gebouwde baquets. Het type kreeg de naam baquet van Charleroi, sabot (klomp) of bakske.

Al snel werd nagedacht over de verbreding van het kanaal van Charleroi-Brussel om schepen met een hogere tonnenmaat toe te laten. In stappen werden het kanaal en de sluizen verbreed, wat echter dat het volledige traject pas in 1933 bevaarbaar was voor schepen van 300 ton. Vanaf dat ogenblik werd de bouw van de baquets stopgezet.

Rond 1900 voeren er ongeveer 1500 baquets rond in België. Slechts enkele exemplaren in Brussel (Chauve-Souris en Handgrenaad) en Wallonië (Deux Soeurs) werden bewaard. In Vlaanderen blijft enkel het exemplaar van het Museum aan de Stroom (MAS) over. Het schip werd in 1898 gebouwd in Willebroek als de Edmond. Volgens de meetbrief was het schip in 1954 een woonschip geworden. Het schip werd als nadien cafetaria gebruikt en er waren in de romp ramen en een toegang gemaakt. Het schip werd rond het jaar 2000 terug naar de originele staat gerestaureerd.

Eigenaars: De historische opeenvolging van eigenaars is onbekend. Het schip is vanaf ongeveer 2000 eigendom van de stad Antwerpen.

Bouwjaar: 1898.

Werf: Een werf in Willebroek.

Functie: Vrachtvervoer op het kanaal Charleroi-Brussel. Later werd het schip gebruikt als woonschip, cafetaria en uiteindelijk als museumstuk.

Vaargebied: De kanalen en rivieren tussen Charleroi en Antwerpen.

Vracht: Steenkool.

Beschrijving romp, constructie en opbouw: Gezien de beperkte afmetingen van het kanaal en de sluizen werd geprobeerd om een maximaal laadvermogen te creëren door de baquets te bouwen als een stompe, vierkante balk. Het schip heeft over de volledige lengte dezelfde breedte. Vermits de baquets werden gesleept was snelheid geen belangrijke bekommernis. De baquet van het MAS werd in ijzer of staal gebouwd en is geklonken. Om in de sluis te passen moest het roer dwars staan, zonder voorbij de zijkant van de romp te steken. Om het korte roer meer sturend vermogen te geven tijdens de vaart werd een optrekbare stuurplank of lunette voorzien. De baquet van het MAS heeft geen roer meer.

Tonnage: circa 70 nettoton (laadvermogen).

Tuigage: De baquet was een sleepschip dat vanop het jaagpad werd voortgetrokken door arbeiders en later door paarden. Op de Rupel en de Schelde konden de schepen evenwel niet worden gejaagd. De schippers huurden aan de sluis van Klein-Willebroek een zeiltuig, twee zijzwaarden, een anker en een bijboot. Omdat de baquets ongeladen onstabiel waren, voeren de lege schepen op de Schelde en Rupel twee aan twee.

Motor: De baquets werden zonder motor gebouwd.

Interieur: Het schippersgezin moest zich in de kleine ruimtes van het voor- en achteronder behelpen. Er werd op het dek gekookt.

  • Meetbrief wellicht uit 1954, bijgehouden in het MAS.
  • KAAK M. 2010: Vlaamse en Brabantse binnenschepen uit de 18e en 19e eeuw. Vergeten vaktaal en oude constructies, Gent, 272-285.
  • DE GROOT H. 1989: Volaan vooruit. Binnenvaart van opdrukker tot duwboot, Alkmaar, 11-13.

Auteurs: Van Dijck, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Maritiem park


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Mar-Mar [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/99181 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.