Leegstaande hoeve met losstaande bestanddelen, van 1851; bijgebouwen vergroot circa 1882 en 1887; gelegen op omhaagd, verwilderd terrein met centraal, deels gekasseid erf: woonstalhuis met haaks bijgebouw ten oosten, bakhuis ten noordoosten, schuur en wagenhuis ten westen en boomgaard ten noordwesten.
Verankerde baksteenbouw van één bouwlaag onder zadeldaken (Vlaamse of mechanische pannen); rechthoekige muuropeningen oorspronkelijk met houten lateien. Rechthoekig woonstalhuis: oostgevel van vijf traveeën op gecementeerde plint; woning gemarkeerd door rechthoekige (aan voorzijde beluikte) betraliede vensters, meestal met vernieuwde arduinen latei en lekdrempels; bewaard houtwerk. Rechthoekige deuren eveneens onder arduinen latei. Stalgedeelte met aangepaste muuropeningen; in vijfde traveeën rechthoekig venster met bewaarde houten dorpels. Overhoekse baksteenfries.
Aan westzijde aangebouwde varkenshokken onder lessenaarsdak (Vlaamse pannen). Bijgebouw (nok loodrecht op woonstalhuis): voormalige stal of bergplaats(?) oorspronkelijk in vakwerkbouw (zie bewaarde houten stijlen).
Tweebeukige langsschuur van vijf traveeën met aansluitend wagenhuis, onder afgesnuit zadeldak (Vlaamse pannen); aan westzijde beschermd door rij eiken. Oorspronkelijk in hout- en vakwerkbouw, grotendeels bewaard doch in slechte toestand; deels vervangen door machinaal vervaardigde baksteen.
- Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters, Berlaar, schetsen 1852/7, 1882/118, 1887/17.