Hoeve met losstaande bestanddelen, afhankelijk van het Berlaarhof (zie nummers 7-9), van 1863, vergroot circa 1904. Centraal gekasseid erf met woonstalhuis ten noordwesten en schuur met aansluitende stal ten zuidoosten; niet afgebakend terrein met moestuin ten zuiden en boomgaard ten westen. Nieuwe melkerijgebouwen ten oosten.
Verankerde baksteenbouw van één bouwlaag onder gecombineerde en overkragende zadeldaken (nok evenwijdig aan straat, mechanische pannen); meerdere haakse aanbouwsels. Onregelmatig woonstalhuis met noordgevel van vijf traveeën geritmeerd door witgeschilderde lisenen, rechts uitspringende puntgevel van drie traveeën met afgeschuinde hoeken, laatstgenoemde gemarkeerd door gevelbreed drielobbig spaarveld en uitgesneden windborden. Diverse muuropeningen, onder meer mijter- en spitsbogig. Met dakvenster verhoogde deurtravee. Overige gevels en bijgebouwen met gelijkaardig doch eenvoudiger uitzicht en wisselende muuropeningen, overwegend steekbogig of rechthoekig. Schuurpoort onder ijzeren I-balk, uitlopend op puntgevel met jaartal 1900 (gesinterde baksteen).
Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)