Oorspronkelijk rechthoekig omgracht hoevecomplex met losstaande bestanddelen, in kern opklimmend tot de 18de eeuw, later meermaals uitgebreid en aangepast. Niet afgebakend terrein, met uitzondering van een fragmentarisch bewaard ijzeren hek aan noordzijde: verwilderd erf met woonstalhuis (18de eeuw) ten zuiden, schuur (1869) ten noordoosten en wagenhuis (1869) ten zuidoosten. Moestuin ten zuiden van woonstalhuis. Verankerde baksteenbouw van één bouwlaag onder zadeldaken (nok loodrecht op straat, mechanische en Vlaamse pannen).

Aan noordwestzijde onderkelderd woonstalhuis op gecementeerde en grijs geschilderde plint, onder aan oostzijde afgewolfd dak. Noordgevel van acht traveeën, aangegeven door zeer lange muurankers in stal; overwegend aangepaste muuropeningen. Twee rechtse traveeën breder uitgebouwd: bewaarde zandstenen hoekblokken en afloop van verlaagde opkamer; betralied keldervenster. Woonhuis verder met steekbogige (westelijke zijtuitgevel) en rechthoekige openingen met beschilderde dorpels. Zuidgevel met twee breder uitgebouwde traveeën links, afgelijnd door overhoekse baksteenfries.

Stal met in zuidgevel rechthoekige houten luiken met beschilderde onderdorpels; steekboogluik in oostgevel. Tweebeukige langsschuur van vier traveeën, van circa 1900. Rechthoekige poorten onder ijzeren latei op zandstenen imposten. Oculus in top van westpuntgevel. Wagenhuis van drie traveeën met steekbogige openingen. Aanbouwsel onder lessenaarsdak aan westzijde.