Inventaris

Kleine Dijk (Diksmuide)
Zogenaamde "april" of gekasseide weg naar de achterliggende polders. Deze "april" werd gebruikt om het vee van stadsboerderijen naar de achterliggende polders te brengen.

Sint-Ulriks-Kapelle (Dilbeek)
Waar de Boterbergveldlos een scherpe hoek maakt, staat een solitaire zomereik. De holle boom markeert hier de administratieve grens tussen de gemeenten Dilbeek en Asse. Te midden van uitgestrekte akkerpercelen vormt deze boom een opvallend landschapselement dat van ver zichtbaar is.

Langerijnsweg (Dilsen-Stokkem)
Geknotte ss (Fraxinus excelsior) wiens functie vroeger tweeledig was. Buiten het feit dat een knotboom loofvoedering, gerief- en brandhout leverde, was het ook een visuele markering tussen verschillende percelen. In de boomspiegel zijn ook restanten van een meidoornhaag nog aanwezig. De knotessen zijn een relict van een plaatselijke heggencultuur en wellicht is dit een voorbeeld van de Maasheggencultuur.

Langerijnsweg (Dilsen-Stokkem)
Geknotte es (Fraxinus excelsior) wiens functie vroeger tweeledig was. Buiten het feit dat een knotboom loofvoedering, gerief- en brandhout leverde, was het ook een visuele markering tussen verschillende percelen. Op het perceel zijn ook restanten van een meidoornhaag (Crataegus monogyna) nog aanwezig. Een groot deel van deze klassieke veekering rondom het perceel werd echter vervangen door prikkeldraad. De knotessen en meidoornhaagrelicten zijn een relict van een plaatselijke heggencultuur en wellicht is dit een voorbeeld van de Maasheggencultuur.

Langerijnsweg (Dilsen-Stokkem)
Twee gesteltakken op een oude hakhoutstoof van Es (Fraxinus excelsior), wiens functie vroeger tweeledig was. Buiten het feit dat de stoof loofvoedering, gerief- en brandhout leverde, was deze hakhoutstoof ook een grensmarkering tussen verschillende percelen. De knotessen zijn een relict van een plaatselijke of regionale heggencultuur, waarschijnlijk van de Maasheggencultuur. Op het perceel zijn ook restanten van een meidoornhaag nog aanwezig.

Langerijnsweg (Dilsen-Stokkem)
151 meter lange geschoren weerhaag die plaatselijk even wordt onderbroken door de 'Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijd Durige Bijstand'. De haag bestaat uit Meidoorn (Crataegus monogyna), Taxus (Taxus baccata) en enkele knotessen (Fraxinus excelsior). Vermoedelijk een relcit uit de plaatselijke Maasheggencultuur. De originele veekerende functie is rondom het perceel veelal overgenomen door prikkeldraad maar op deze plek blijft de haag behouden.

Langveld (Geetbets)
Mogelijks markeert de oude linde een kadastrale situatie die we enkel nog kunnen waarnemen als we de Popp-kaart en de Atlas van de Buurtwegen raadplegen. De boom heeft alle kenmerken van een veteraanboom en er zijn op de boom nog sporen te zien die er op wijzen dat hij als gekandelaarde boom werd beheerd. Tegen de oude linde werd ook een boomkapel bevestigd.

Elshout (Gent)
Perceelsrandbegroeiing aangeplant langs enkele akkerpercelen met in hoofdzaak zwarte els en in mindere mate schietwilg. Langs de houtkanten zijn er soms nog grachten of sporen ervan aanwezig. Deze houtkanten zijn nu nog een van de weinige reminiscenties van het historische bulkenlandschap. De houtkant is hier gevormd door elzenknotbomenrijen en knotbomenrij met schietwilg.

Keringstraat 2 (Geraardsbergen)
Een boerenburgerhuis op de hoek van de Keringstraat en de Lindeveldstraat wordt langs de straatzijde begrensd door een aantal boompjes. De eerste in de rij is een op stam gezette hulst met een stamomtrek van 122 cm. Het boerenhuis dateert minstens uit 1842 en mogelijk maakt de hulst deel uit van de oorspronkelijke erfafscheiding.

Moutstraat (Geraardsbergen)
Op de perceelsgrens van een weiland staat in een gemengde houtkant een zwaar ontwikkelde knotboom als relict uit een houtkant. Mogelijk behoorden deze percelen bij het nabij gelegen Hof te Nieuwenhove. De knotboom en de houtkant markeerden de perceelsgrens en deden dienst als leverancier van geriefhout.