Inventaris

Rozierensesteenweg (Overijse)
Onze-Lieve-Vrouw van Lourdeskapel van 1932, geflankeerd door een zilverspar en buxusstruiken.

Schaatbroekstraat (Overijse)
Betonnen bunker gelegen in de holle weg in een scherpe bocht van de straat, deze bunker is een connectiekamer van het telefoonnetwerk van de KW-linie, opgericht tijdens het interbellum net voor de Tweede Wereldoorlog.

Schavei 45 (Overijse)
Bescheiden serristenvilla kadastraal geregistreerd in 1929, bewaard verzorgd schrijnwerk en een voortuin afgezet door een ijzeren hekken, links naast de woning een serre met houten gebint.

Schavei 61 (Overijse)
Burgerhuis kadastraal geregistreerd in 1912, voortuin met afsluiting bestaande uit bakstenen pijlers met een betonnen decoratief uitgewerkt hek en toegang onder zadeldakje met houten hekken.

Schavei 63 (Overijse)
Serristenvilla met cottage-invloeden, samen met zeven serres kadastraal geregistreerd in 1926, voortuin afgezet met bakstenen pijlers en ijzeren hekken.

Scherendelle 1-52, 53-99 (Overijse)
Sociale woonwijk Scherendelle in Overijse kwam tot stand volgens in 1972 goedgekeurde bouwplannen, ontworpen door de lokale architect Hans Poot in opdracht van huisvestingsmaatschappij Providentia. De bouw vond plaats van 1973 tot 1976.

Schransdreef 49 (Overijse)
Kleine karakteristieke villa van twee bouwlagen onder een complex dak, rechts een vooruitspringende puntgevel en links een terugwijkende toegangstravee, kadastraal geregistreerd in 1926.

Sint-Annastraat 3 (Overijse)
Grote serristenvilla uit het interbellum, met bewaard verzorgd uitgewerkte schrijnwerk van muuropeningen en portiek en gelegen in een omringende tuin.

Sint-Jansbergdreef 16, Terblokstraat 102-104 (Overijse)
Voormalige hotel – restaurant, eclectisch landhuis kadastraal geregistreerd in 1905, geknikte L-vormige vleugel ten zuidwesten met vandaag woonhuis en paardenstallen. Het gebouw valt vooral op door zijn bewaarde sgraffito met tekst "Chateau du Prince Léopold".

Solheide 16 (Overijse)
Ruime drie traveeën brede woonst met symmetrische gevelbehandeling, serres en een vrijstaand bijgebouwtje waarin de druiven werden verpakt, circa 1900 door Eugène Raussens opgetrokken.