Inventaris

Boerderijstraat 64-106 (Gent)
Steegbeluik, met uitzicht van een gewone, doodlopende straat, slechts daterend van 1913.

Bomastraat (Gent)
Het elektrisch onderstation behoort tot een reeks elektrische onderstations en cabines ontworpen door architect Jean-Albert De Bondt tussen 1930 en 1935.

Bomastraat 11 (Gent)
Voormalige elektriciteitscentrale, gebouwd omstreeks de Eerste Wereldoorlog, en in 1926 overgenomen als stadsbedrijf. Bakstenen voorgevel op hoge sokkel, geritmeerd door vlakke lisenen en gemarkeerd door de functionele uitwerking van de machine-hal, gedomineerd door ruime boogramen.

Bommelstraat 24 (Gent)
Voormalige stadsschool, met bewaarde turnzaal en gaanderij, volgens kadastergegevens van 1906.

Boomstraat 17-33 (Gent)
Reeks van zeven rijhuizen van twee bouwlagen met twee traveeën onder doorlopende kroonlijst, afgedekt met zadeldak; daterend van 1910.

Boomstraat 4-30, Gaaipersstraat 1-15, Rooigemlaan 405-421 (Gent)
Groep sociale woningen rondom een driehoekige binnenplaats met gevelwanden in de Boom- en Gaaipersstraat en Rooigemlaan. Volgens de gedenksteen "ter bestrijding van den woningnood bouwde de stad Gent deze 43 woongelegenheden" in 1928. Bouwkundige is Paul De Taeye en aannemers Van Kerkhove & Gilson. De drie hoeken van het complex worden geaccentueerd door flatgebouwen van vier bouwlagen, met ertussen rijhuizen van twee traveeën en twee en een halve bouwlaag.

Boomstraat 49 (Gent)
Arbeiderswoning van 1911 van twee bouwlagen met een gecementeerd parement met schijnvoegen, restant van een gevelwand.

Boomstraat 50, 76 (Gent)
Hoekuizen van een tweezijdig bebouwd steegbeluik, gebouwd door aannemer C. Eggermont in 1903. Huizen met afgekante hoektravee uitlopend in tuitgeveltje met pinakel.

Boomstraat 73 (Gent)
Driebeukige neoromaanse kruiskerk met toren op het noordoosten, gebouwd in gele baksteen, verwerkt met hardsteen naar ontwerp van Edgard Van Hoecke-Delmarle in 1928. Links van de kerk pastorie met aansluitende tuin, deel uitmakend van hetzelfde ontwerp.

Boskeetstraat 6-8, 8A (Gent)
Hoeve met losse bestanddelen, gelegen op een met gras begroeid en beboomd erf afgesloten door een groot ijzeren inrijhek aan dito pijlers met pijnappelbekroning rechts opzij, en een gelijkaardig voetgangershekje in de as van de voordeur van het woonhuis. De hoevegebouwen, woonhuis en bedrijfsgebouw, worden geregistreerd in het kadaster in 1897.