Inventaris

Bosmanslei 7-9 (Antwerpen)
Geheel van twee gekoppelde architectenwoningen in cottagestijl, gebouwd voor respectievelijk Richard Vaes en zijn zoon Florent (nr. 7), en hun schoonzoon en zwager Joan Coninck Westenberg, die in 1906 huwde met dochter A. Vaes (nr. 9).

Bosschaert de Bouwellei 11-13 (Antwerpen)
Het appartementsgebouw herbergt drie appartementen en een grote garage, ontworpen in 1931 door de Borgerhoutse architect Gustaaf Van Meel.

Bosselaersstraat 19-23 (Antwerpen)
Eenheidsbebouwing van drie meergezinswoningen in de rij in een bescheiden beaux-artsstijl, in 1922 opgetrokken voor de "Naamloze Maatschappij Borgerhout Uitbreiding" naar een ontwerp van Camille Bal, beiden gevestigd aan de toenmalige Berchemsteenweg in Borgerhout.

Bosstraat 19 (Antwerpen)
Dorpswoning, van rond 1911, iets hoger gelegen dan het straatniveau.

Bosstraat 50 (Antwerpen)
Het polderhuisje is circa 1931 opgetrokken door tramontvanger Jan Baptiste De Vree-Claessens.

Bosstraat 52-54 (Antwerpen)
Kleinschalige typische polderhuisjes, uit tweede kwart 20ste eeuw; 50 van rond 1931, 57 van rond 1927.

Bosstraat 57 (Antwerpen)
Het polderhuis op nummer 57 is omstreeks 1927 opgetrokken voor Jan Baptist Buyzen-Mous, herbergier te Berendrecht.

Bosstraat 66-84 (Antwerpen)
Kleine tuinwijk met tien woningen in 1922 opgetrokken door de sociale huisvestingsmaatschappij de Ideale Woning naar ontwerp van het architectenduo Cols en De Roeck.

Boterhamstraat 2 (Antwerpen)
Meergezinswoning met winkel in neoclassicistische stijl op de hoek van Boterhamstraat en Falconrui, gebouwd in opdracht van Frans Sans, naar een ontwerp uit 1905 door de aannemer-bouwmeester Martin Van Steenbergen, vader van Eduard Van Steenbergen.

Boterlaarbaan 126 (Antwerpen)
Beeldbepalend burgerhuis uit 1941 met referenties naar de middeleeuwse koopmanswoning met houten gevel, stilistisch een bijzondere en late toepassing van de neogotiek en neo–Vlaamserenaissance-stijl. Het ontwerp is van de hand van E. Keersmaekers. Opdrachtgevers waren de meubelmakers Arthur Petrus en Carolus Jozef Verselder, die gelijktijdig het achterliggende werkhuis uitbreidden tot meubelfabriek.