Inventaris

Stationsstraat 62 (Kapellen)
Rechthoekig gebouw bestaande uit drie vleugels van één bouwlaag onder zadeldaken, gebouwd in 1854.

Alfred De Taeyestraat 40A (Kaprijke)
Meisjesschool, volgens de jaartalankers in de rechter zijgevel gebouwd in 1867, volgens kadasterarchief uitgebreid in 1928. Later aangebouwd sportcentrum achteraan. Oorspronkelijk schoolgebouw van negen traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak.

Aveschoot (Kaprijke)
De kapel, overschaduwd door oorspronkelijk zeven, nu zes groene beuken, is volgens het kadasterarchief opgericht door vicaris E. Stockman in 1898.

Aveschoot 2 (Kaprijke)
Kloostercomplex bestaande uit twee parallelle vleugels, gebouwd in 1877 in opdracht van de Burgerlijke Godshuizen, bouw van een nieuwe kloosterkapel in 1906 naar ontwerp van architect Henri Vaerwyck. Oorspronkelijk was de voortuin afgesloten met ijzeren hekwerk.

Aveschoot 3 (Kaprijke)
Burgerhuis met voortuin, van drie traveeën en twee bouwlagen onder schilddak met zwarte pannen, volgens kadastergegevens gebouwd in 1870 door industrieel Ch. Vanden Abeele met bijbehorend magazijn.

Bandam 3 (Kaprijke)
Hoevetje in boomgaard, gelegen achter in de straat. Boerenhuis van acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak met golfplaten, vermoedelijk voorheen met stro, ingeplant haaks op de straat met de voorgevel naar het oosten gericht.

Gentstraat 23 (Kaprijke)
Hoeve, vermoedelijk oudere kern uit de 18de eeuw met aanpassingen uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Boerenhuis van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak, ingeplant haaks op de straat.

Heihoekse Kerkwegel 1-3 (Kaprijke)
Twee gekoppelde arbeidershuisjes van drie traveeën en één bouwlaag onder doorlopend zadeldak, volgens het kadasterarchief gebouwd door brouwer Stockman van de ernaast gelegen brouwerij in 1896.

Kaprijkstraat 36 (Kaprijke)
Heden gecementeerd wegkapelletje onder pannen zadeldak uit eind 19de eeuw, in kaart gebracht in 1893.

Kasteeldreef (Kaprijke)
De kapel aan het begin van de Kasteeldreef, in de bocht van de Aveschootstraat, is gebouwd in opdracht van de gravin d’Alcantara-Schamp in het derde kwart van de 19de eeuw, naar verluidt als dankbetuiging na de oorlog van 1870.