Inventaris

Binnenheide 24 (Grobbendonk)
Door haar karakteristieke typologie en prominente ligging aan de straat is de hoeve een blikvanger voor de ruime omgeving; woonstalhuis opklimmend tot de 17de eeuw en langsschuur tot de 18de eeuw.

Dijkstraat 24 (Grobbendonk)
Langgestrekte hoeve, waarvan de oudste delen opklimmen tot eind 18de eeuw - begin 19de eeuw.

Hanegoor 7-9 (Grobbendonk)
Gekoppelde dorpswoningen, samen vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak, uit begin 20ste eeuw.

Herenthoutse steenweg 4 (Grobbendonk)
Huidig postkantoor, diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, uit begin 20ste eeuw.

Langenheuvel 32-38 (Grobbendonk)
Reeks arbeiderswoningen in spiegelbeeldschema, uit begin 20ste eeuw.

Nijlse baan (Grobbendonk)
Kapel uit het eerste kwart van de 20ste eeuw en met het uitzicht van een eenvoudig miniatuurkerkje.

Schransstraat 31-33 (Grobbendonk)
Vrijstaand, neoclassicistisch herenhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder schilddak, van circa 1900.

Dorpsstraat 6, 8A-B (Haacht)
Het eclectische burgerhuis Les Anémones werd volgens het kadaster opgericht in 1884 voor geneesheer en burgemeester Olivier de Behault du Carmois. Het torentje aan de zuidzijde werd omstreeks 1902 bijgebouwd.

Kloosterstraat 50 (Haacht)
De villa werd in 1904 gebouwd als jachtpaviljoen door generaal Victor de Coune (1839-1920), schoonzoon van de voormalige burgemeester Constant Claes. Omgeven door een tuin, oorspronkelijk 1,60 hectare, nu gehalveerd; relicten van oorspronkelijke beplanting, onder meer rij bruine beuken.

Kruineikestraat 5, 5A-B (Haacht)
Het dorpsbeeld van Tildonk wordt in belangrijke mate bepaald door het imposante eclectische en neogotische klooster- en scholencomplex van de zusters ursulinen, dat in 1818 door pastoor Lambertz werd gesticht. Het complex werd verschillende malen uitgebreid in de 19de en het begin van de 20ste eeuw, onder andere met bijkomende vleugels, een lagere school, een boerderij en een kloosterkapel en -kerk. Rond 1900 bouwde men een art-nouveau-feestzaal naar ontwerp van architecten J. Prémont en A. Gellé. De tuin werd uitgebouwd vanaf 1821, aanvankelijk was zowel de sier- als de nutstuin op traditionele wijze ingericht (rechthoekige blokken). Eind 19de eeuw heraanleg van de siertuin (circa 3 hectare) in een hybride landschappelijke stijl, structuur en aankleding werden bepaald door religieuze thema's (calvarie, 'gotisch' gewelf van linden, Lourdesgrot, ...).