Inventaris

Veldkantstraat (Grimbergen)
De solitaire treures staat in het midden van het kerkhof van Grimbergen, op een kruispunt van paden.

Veldkantstraat (Grimbergen)
De twee treurwilgen staan op de hoeken aan de straatzijde van het kerkhof. Het zijn twee kerkhofbomen op het in 1932 opgerichte kerkhof van Grimbergen.

Veldkantstraat (Grimbergen)
De knotwilg staat in een weiland aan de kant van de Veldkantstraat. De boom wordt nog traditioneel geknot in functie van de houtopbrengst.

Veldkantstraat (Grimbergen)
De bomenrij bestaat uit 9 gekandelaarde linden, waarvan 4 zomerlinden en 5 Hollandse linden. De plantafstand bedraagt 3 meter, behalve voor de 2 meest oostelijke, die op een afstand van 4 m van elkaar zijn aangeplant.

Verbrande Brugsesteenweg (Grimbergen)
De treurwilg staat op de hoek van de begraafplaats aan de straatzijde. Mogelijk was er op de andere hoek aan straat vroegere een gelijkaardige treurboom.

Verbrande Brugsesteenweg 145 (Grimbergen)
Aan beide zijde van de rechter houten toegangspoort bevinden zich twee gekandelaberde welkomstbomen van witte paardenkastanje.

Vilvoordsesteenweg 34-36 (Grimbergen)
Neoclassicistisch landhuis gebouwd tussen 1800-1810, aanzienlijk verbouwd en uitgebreid in 1913 met aanpassing dienstgebouw, omgeven door park in landschappelijke stijl, oorspronkelijk 2 hectare 30 are, aangelegd aan het begin van de 19de eeuw, heraangelegd rond 1905; gedeeltelijk verkaveld en verminkt in 1955 en 2002.

Voordestraat 50-54 (Grimbergen)
Neoclassicistisch landhuis vermoedelijk gebouwd rond 1800, aangepast aan het begin van de 20ste eeuw met bouw nieuwe dienstvleugel en ontpleisterd in 1956; landhuis omgeven door park in landschappelijke stijl van 1 hectare 59 are.

Vorststraat (Grimbergen)
De dreef van witte paardenkastanjes verbind het kasteel d'Overschie en de Liermolen. De onverharde dreef is de toegangsdreef naar het kasteeldomein.

Vorststraat 18 (Grimbergen)
Eclectisch kasteel opgetrokken circa 1904 naar ontwerp van architect Flanneau, gelegen in het omringend park aan de noordelijke rand van de als vijver aangelegde steenpoel.