Resultaten erfgoedobjecten

< Ga naar zoekformulier

Resultaten erfgoedobjecten

369 resultaten


ID: 214132 | Bouwkundig element

Wederopbouwwoning OSB van 1917

Werchtersebaan 22 (Tremelo)
Neotraditionele wederopbouwwoning opgericht tijdens de Eerste Wereldoorlog met steun van het Oeuvre Suisse en Belgique.


ID: 135383 | Landschappelijk geheel

's Graven-, Sint-Martens- en Sint-Pietersvoeren

's Gravenvoeren, Remersdaal, Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Teuven (Voeren)
Het gebied strekt zich uit over het grootste deel van de deelgemeenten ‘s-Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren en Sint-Pieters-Voeren en omvat de dorpskernen van deze gemeentes. De diep ingesneden Voer loopt centraal door het gebied en aan weerszijden strekt zich een agrarisch landschap uit afgewisseld door bossen. Voeren heeft een zeer hoge concentratie aan holle wegen en graften. Typisch voor het landschap zijn de vele kom- en trechtervormige depressies of dolinen.


ID: 135382 | Landschappelijk geheel

Vallei van de Berwijn

Moelingen (Voeren)
De brede dalbodem van de Berwijn vormt de scheiding tussen twee Maasterrasmassieven. Het hoogteverschil tussen het plateau tussen Maas en Berwijn en de dalbodem van de Berwijn bedraagt ongeveer 30 meter over een afstand van slechts 200 meter. Het Maasterras tussen de Maas en de Berwijn is een akkerbouwgebied. Het deel van het terras tussen de Berwijn en de Voer is in gebruik als grasland.


ID: 135384 | Landschappelijk geheel

Gulpvallei met omgeving

Remersdaal, Teuven (Voeren)
De Vallei van de Gulp ligt in het oosten van Voeren. De waterloop de Gulp meandert tussen graslanden. De vallei ligt aan de voet van hellingbossen op Nuropperberg en Teuvenerberg. Op het plateau is er open akkerland en grasland. De kleinschalige dorpskern van Teuven en het kasteel van Obsinnich bevinden zich op de linker oever, de abdij en watermolen van Sinnich liggen op de rechter oever. Het spoorwegviaduct uit WOI bevindt zich op de lijn Tongeren-Aken.


ID: 133317 | Landschappelijk element

Opgaande zomereik als hoekboom

Westerlo (Westerlo)
In de hoek van een perceel, gelegen langs de Grote Nete, staat een opgaande eik die vermoedelijk aangeplant werd als hoekboom om de perceelsgrens te fixeren.


ID: 133318 | Landschappelijk element

Opgaande beuk bij de Grote Nete

Westerlo (Westerlo)
Langs de Grote Nete, ten oosten van het kasteelpark de Merode, staat een opvallende scheefgegroeide beuk. Mogelijk maakte de beuk, samen met de nabijgelegen haagbeuk en kastanjelaar deel uit van de parkbeplantingen nabij het kasteel de Merode.


ID: 301567 | Landschappelijk element

Kastanjehakhout op de Asberg

Asberg (Westerlo)
De Asberg is een paraboolduin ten noordwesten van de dorpskern van Westerlo. De duin lag tot op het einde van de 18de eeuw onder heide, maar werd nadien bebost. Op de noordoostzijde van de duin komt nog kastanjehakhout voor. De kastanjehakhoutstoven zijn mogelijk nog een relict van een oudere bosbeheervorm.


ID: 300827 | Landschappelijk element

Afsluitingshaag van haagbeuk bij een molenhoeve

Asberg 6 (Westerlo)
Een oude uitgegroeide afsluitingshaag van haagbeuk is een relict van de erfbeplanting van de molenhoeve die hoorde bij de banmolen van Asberg. Deze haag gaat mogelijk terug tot het einde van de 18de eeuw.


ID: 300428 | Landschappelijk element

Beeltjensdreef

Beeltjensdreef (Westerlo)
De Beeltjensdreef werd aangelegd door Jean-Philippe Eugene de Merode in 1722. Aanvankelijk liep deze dreef van aan de kapel van de Huypensberg (nu gelegen op de Merodedreef) tot aan de Molen in Zoerle (gelegen op de Asberg). Dit was een van de vele dreven die de toenmalige markies van Westerlo liet aanleggen binnen zijn heerlijkheid.


ID: 300835 | Landschappelijk element

Kastanjedreef in het park Jeanne de Merode

Boerenkrijglaan 61-63 (Westerlo)
Ten noorden van het kasteel Jeanne de Merode loopt een dreef van opgaande kastanjes. Vermoedelijk gaat het om een afwisselende aanplant van rode bastaardpaardenkastanje en witte paardenkastanje. De dreef maakt deel uit van het vroeg 20ste-eeuwse park dat aangelegd werd in opdracht van gravin Jeanne de Merode. De bomen hebben stamomtrekken tussen de 180 en 250 cm.