Inventaris

Pladijsstraat 266, 270 (Deerlijk)
Samenstel van één diephuis en twee breedhuizen. Volgens de kadastrale gegevens werden de twee breedhuizen opgetrokken in 1890 en uitgebreid met het diephuis in 1922. Verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldaken.

Pladijsstraat 287-289 (Deerlijk)
Enkelhuizen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Eenvoudige bakstenen lijstgevel verfraaid door het rijkelijk gebruik van gele sierbaksteen voor de muurbanden en ontlastingsbogen.

Pladijsstraat 3 (Deerlijk)
Villaatje gebouwd in 1934, zie kadastrale gegevens. Aan de straat afgezet door bakstenen muurtje en haag. Gele baksteenbouw op vierhoekige plattegrond.

Pladijsstraat 313-323 (Deerlijk)
In oorsprong eenheidsbebouwing van zes enkelhuizen uit het begin van de 20ste eeuw. Eenvoudige lijstgevels.

Pladijsstraat 89 (Deerlijk)
Burgerwoning volgens de kadastrale gegevens opgetrokken in 1906, later uitgebreid met een magazijn en maalderij. Volgens de literatuur voormalige herberg De Nieuwe Klokke, open van 1906 tot 1923. Naast herbergier was de eigenaar C. Verhelst tevens handelaar in bouwstoffen. Woning met bakstenen lijstgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen.

Pontstraat 48 (Deerlijk)
Diephuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Bakstenen puntgevel met top- en schouderstukken. Korfbogig benedenvenster met schuifraam en rondbogige bovenvensters met T-ramen.

Pontstraat 56 (Deerlijk)
Burgerwoning van circa 1900, met eenvoudige bakstenen lijstgevel afgelijnd door muizentandfries met uitgelengd dropmotief. Getoogde muuropeningen.

Pontstraat 8 (Deerlijk)
In oorsprong twee kleine arbeiderswoningen heden samengevoegd tot één woning, zie gedichte deuropening. Volume reeds aangeduid op het primitief kadasterplan (circa 1835). 19de-eeuwse verankerde baksteenbouw onder pannen zadeldak.

Pontstraat 96 (Deerlijk)
Dorpswoning van circa 1920 met eenvoudige bakstenen lijstgevel verfraaid door het gebruik van gele sierbaksteen voor onder meer fries en ontlastingsbogen.

René De Clercqstraat 11-13 (Deerlijk)
Voormalige vestigingsplaats van het schepenhuis met bijhorende herberg van de in 1524 afgesplitste heerlijkheid Noord-Assche. Vanaf 1832 maakt het volume deel uit van de school van Pieter Jan Renier. In 1876 wordt de woning uitgebreid met het deel dat heden voor de rooilijn staat. Vanaf 1899 achtereenvolgens café, kruidenierswinkel en timmermanszaak-'ellegoedwinkel' en nu opgesplitst in twee woningen. Bepleisterde, verankerde baksteenbouw onder afgewolfd pannen zadeldak, met aansluitende bakstenen muur geritmeerd door lisenen en blinde rondbogen.