349 resultaten
ID: 200148 | Bouwkundig / Landschappelijk element

Molenstraat 11 (Geetbets)
Over een zij-arm van de Grote Gete gebouwd langgevelig geheel van woning, molen en aanhorigheden; gebouwd in 1672 met recentere wijzigingen. Beekvallei met dominantie van weilanden.
ID: 302717 | Landschappelijk element

Europalaan, Hoogzij, Waterstraat (Genk)
De vallei van de Dorpsbeek vormt een vrijwel gaaf bewaard, permanent nat Kempens beekdal met een op sommige plaatsen tot 2 meter dikke veenlaag en kwelwater afkomstig van de hoger gelegen zandige infiltratiegebieden.
ID: 135389 | Landschappelijk geheel

Mendonk, Sint-Kruis-Winkel (Gent), Wachtebeke, Zaffelare (Lochristi), Eksaarde, Moerbeke (Lokeren), Sinaai (Sint-Niklaas), Kemzeke, Stekene (Stekene)
De Moervaartdepressie, met aan de noordelijke zijde de dekzandrug Verrebroek-Gistel en aan de andere zijde de langzamer hogerop hellende gronden en de Zuidlede als fysische grens, is de belangrijkste structuur in dit gebied. In de depressie komen zowel graslandcomplexen, boscomplexen als mozaïeklandschappen voor. Elk heeft zijn typerende ontginningsstructuur. De Moervaartdepressie is omwille van zijn laaggelegen gronden niet bebouwd geworden in historische tijden. Door het onbebouwd karakter van het gebied is het bouwkundig erfgoed voornamelijk gesitueerd aan de noordelijke en zuidelijke grens van het gebied, zoals Moerbeke en in het zuiden de Kruiskapel.
ID: 135207 | Landschappelijk geheel

Zwijnaarde (Gent), Melsen, Merelbeke, Schelderode (Merelbeke-Melle), Eke, Zevergem (Nazareth-De Pinte)
De Scheldemeersen van Zevergem-Schelderode vormen één van de weinige restanten van een aaneengesloten meersenlandschap in de Scheldevallei. Het gebied wordt gekenmerkt door de afwisseling van meersen, afgesneden meanders, populierenaanplantingen en door greppels opgedeelde graslandpercelen. Het kasteeldomein van Schelderode ligt op de steilrand.
ID: 135210 | Landschappelijk geheel

Binnenring-Drongen , Driesdreef , Oranjeboomstraat , Zandloperstraat (Gent)
Het gebied Bourgoyen-Ossemeersen bevindt zich in de alluviale vlakte van de Leie en behoort tot de Vlaamse Vallei. De riviervlakte wordt gekenmerkt door een laatglaciale Leie-arm en kronkelwaardafzettingen en stuifzandruggen zoals de Valkenhuisdonk. De Valkenhoeve dateert uit de 16de eeuw maar gaat terug op een middeleeuwse vorstelijke jachtresidentie, bekend als plaats voor het dresseren van valken. De lager gelegen gronden kwamen regelmatig onder water te staan en werden ingericht als hooiland. Deze meersen worden gekarakteriseerd door een visueel open landschap. Aansluitend ligt de open Vliegpleinkouter als relict van de uitgestrekte akkers rond Mariakerke. Om het waterverschil tussen de lage meersen en de Leie te overbruggen werd al in de 12de eeuw een hoosmolen opgericht. Vandaag is nog een achthoekige bakstenen romp zonder kap uit de 18de eeuw bewaard gebleven.
ID: 122162 | Bouwkundig / Landschappelijk element

Groot Begijnhof 2-98, 69A (Gent)
In 1872 kocht hertog Engelbertus van Arenberg het noordwestelijk deel van de Sint-Baafskouter te Sint-Amandsberg ter grootte van 8 hectare de zogenaamde Nieuwhofkouter. In 1873 werd naar ontwerp van architect Arthur Verhaegen begonnen aan de bouw van het begijnhof, volledig opgevat naar het patroon van de middeleeuwse begijnhoven als een ommuurde stad binnen een stad en overeenkomstig geïnspireerd op de Vlaamse gotische stijl van de 15de eeuw. Het begijnhof met zijn veertien conventen voor circa dertig begijnen en zijn tachtig huizen werd op 29 september 1874 ingehuldigd. Het begijnhof telt drie pleinen, namelijk het Sint-Elisabethplein, Sint-Beggaplein en Sint-Antoniusplein.
ID: 122163 | Bouwkundig / Landschappelijk element

Lange Violettestraat 77-277 (Gent)
Het Klein Begijnhof werd korte tijd na het Groot Begijnhof opgericht circa 1240. Tussen 1600 en 1700 werd het begijnhof volledig wederopgebouwd. De huizen en conventen zijn geschikt rondom een centraal onregelmatig rechthoekig weiland, de zogenaamde dries afgezoomd met linden en haagbeuken terwijl de zuidoostelijke kant ingenomen wordt door de 17de-eeuwse begijnhofkerk. Tussen 1860 en 1880 werden huizen en conventen bijgebouwd en wederopgebouwd.
ID: 308472 | Landschappelijk geheel

Geraardsbergen, Ophasselt, Schendelbeke (Geraardsbergen), Hemelveerdegem (Lierde)
Het Moenebroek is een smalle vallei, ingesloten tussen hoger gelegen akkergronden. Het historisch halfopen landschap wordt gekenmerkt door natte graslanden, bronnen en kwelzones, moerasbosjes, ruigtes, een kleine valleisteilrand met daarop (trage) wegen en losse bebouwing die parallel aan de vallei liggen. De landbouwgebieden hogerop zijn merkelijk droger en worden in het noorden van het gebied veelal in gebruik genomen als akker. In het zuiden komen vooral graslanden voor, afgesloten door hagen en houtkanten.
ID: 135222 | Landschappelijk geheel

Grimminge, Idegem, Nieuwenhove, Zandbergen (Geraardsbergen), Appelterre-Eichem, Denderwindeke, Ninove, Outer, Pollare (Ninove)
De Dendervallei tussen Idegem en Ninove wordt gekenmerkt door een vrij breed meersengebied langs de rivieroevers met perceelsrandbegroeiing. De overgang van de Dendermeersen naar de beboste steile helling is een markante terreinovergang. Op de grens van het alluvium staat het kasteeldomein van de Lalaing met vierkante omwalling en beboomde toegangsdreven. Het Geitebos maakte ooit deel uit van het Kolenwoud en telt nog steile taluds en houtwallen die de oude bosgrenzen aanduiden. Het gebied De Nuchten vormt een aaneengesloten moerasbos in een oude meander met relicten van turfputten. Nederzettingen, zoals Grimmige, Pollare en Idegem, liggen net buiten het alluvium. De voormalige Cisterciënzenabdij van Beaupré was afhankelijk van de abdij van Clairvaux en bestaat uit een deels omwald en ommuurd complex met monumentaal poortgebouw.
ID: 135124 | Landschappelijk geheel

Moerbeke, Overboelare, Viane (Geraardsbergen), Galmaarden (Pajottegem)
De Markvallei situeert zicht ten zuiden van Geraardsbergen. Hydrografisch behoort de vallei tot het bekken van de Dender. Ze ligt in een zachtgolvend leem- en zandleemgebied. Ondanks de rechttrekking van de Mark in de jaren 1970 loopt in de vallei nog een oud meanderend systeem dat in het centrum van de bedding 150 tot 200 meter breed is. De Markvallei is een natuur- en reservaatsgebied en is grotendeels onbebouwd. Het bodemgebruik in de Markvallei is voornamelijk op land- en bosbouw gericht. Hooilanden bedekken een grote oppervlakte langs de Mark. Bosbouw komt voornamelijk voor onder de vorm van hakhoutpercelen en strookvormige populierenaanplanten.