526 resultaten
ID: 73891 | Bouwkundig / Landschappelijk element
Brusselsestraat 100-102, Toepkapelstraat 11 (Brakel)
Afgesloten parkdomein van circa 28 hectare op heuvelflank, in opdracht van F. Hoebeke aangelegd om de zuiverheid van het bronwater van de Top Bronnen te verzekeren, palend aan domein van Kasteel van de Top Bronnen en gelijknamig bijhorend bedrijf. Landschappelijke tuin met typische pittoreske aanleg, met veelheid aan boomsoorten en bouwkundige elementen.
ID: 300666 | Landschappelijk element
Koningsweg (Brakel)
In de vallei van de Sassegembeek, ter hoogte van een noordelijke uitloper van het Brakelbos ten zuidwesten van Opbrakel, bevindt zich een cluster van knotbomenrijen en houtkanten.
ID: 73966 | Bouwkundig element
Plaatsbeek (Brakel)
Rechthoekige bakstenen kapel uit 1855 onder overstekend pannen zadeldak met verhoogde voorgevel eindigend op gedrukte klokvormige top met voluten op hoge pilasters; bekronend decoratief ijzeren kruis. In de wegberm van voetweg Dries: gemetste bakstenen bronput vooraan afgesloten met houten luik.
ID: 300670 | Landschappelijk element
Willemsveld (Brakel)
Het kwelgrasland en de beplanting liggen tussen Brakelbos en een extensief gebruikt wandelpad ten zuidwesten van Opbrakel. Centraal in de weide ontspringt er een bron. Het microreliëf in het grasland is nog goed zichtbaar.
ID: 135353 | Landschappelijk geheel
Brasschaat (Brasschaat), Kalmthout (Kalmthout), Kapellen (Kapellen), Stabroek (Stabroek)
Het gebied is gelegen op een helling die de overgang vormt van de laaggelegen Scheldepolders naar de hoger gelegen Kempen en vertoont dus kenmerken van beide gebieden. Het westen wordt gedomineerd door landbouwgronden. Centraal wordt het gebied ingenomen door een sterk bebost landschap dat in het oosten begrensd wordt door het militaire Kamp van Brasschaat en het heidegebied van het Klein Schietveld. De talrijke waardevolle kasteelparken zijn veelal gesitueerd langs de grote(re) wegen. In het noorden van dit gebied komen relicten van de militaire verdedigingsgordel rond Antwerpen voor, die werd uitgebouwd door Belgen (voor beide wereldoorlogen) en Duitsers (tijdens de Eerste Wereldoorlog). Deze verdedigingslinies werden dwars door het bestaande landschap aangelegd en vormen een duidelijk herkenbare lineaire structuur die het hele gebied van west naar oost doorkruist.
ID: 135368 | Landschappelijk geheel
Brasschaat (Brasschaat), Brecht (Brecht), Loenhout, Wuustwezel (Wuustwezel)
Het Groot Schietveld is ontstaan als gevolg van de evolutie van artillerie. In eerste instantie werd het Klein Schietveld opgericht als een legerkamp in 1820, dit gebied werd systematisch vergroot tot het in 1859 ca. 415ha besloeg en 4km diep was. Het vliegveld dateert van 1911. Omdat de kanonnen veel verder dan 4 kilometer konden schieten, was er behoefte aan een groter schietterrein waarvoor vanaf 1888 opnieuw gronden werden aangekocht zodat het in 1894 ca. 1170ha besloeg en ca. 10km lang was. Het gebied bestaat momenteel voornamelijk uit een open heidegebied met vennen en sporen van turfwinning, verschillende bossen, grasland met historisch gebruik als graas- en hooiweide en een tweetal parkdomeinen.
ID: 135359 | Landschappelijk geheel
Brecht, Sint-Job-in-'t Goor, Sint-Lenaarts (Brecht), Westmalle (Malle), Schilde (Schilde)
De Brechtse Heide ligt op de tweede hoogste cuesta in de provincie Antwerpen. De kleilagen in de ondergrond zorgen ervoor dat het grondwater hoog staat. Tot in de tweede helft van de 18de eeuw was de Brechtse Heide nog onderdeel van een uitgestrekt heidegebied, de ‘Westmaltesche Heijde’. De op de historische kaarten weergegeven vennen vinden we tot vandaag terug in het gebied. De eerste ontginningen in het gebied situeren zich rond de Grote Vraaghoeve waar reeds in 1168 een hoeve zou hebben gestaan. Het huidige landschap bestaat uit de boscomplexen in het westen, een gecompartimenteerd landschap in het midden en in het oosten een eerder open landschap met weilanden. Het landschap van de Brechtse heide is één van de grootste gaaf bewaarde landschappen van de provincie Antwerpen.
ID: 135162 | Landschappelijk geheel
Bredene (Bredene), Klemskerke, Vlissegem, Wenduine (De Haan), Oostende (Oostende)
Dit gebied omvat de smalle kustduinen tussen Oostende en Wenduine, deels ingenomen door struweel en bos. De begroeiing van de duinen vertoont een gradueel verschil van west naar oost. Bij De Haan liggen waarschijnlijk restanten van duinakkerlanden die later ook als weiland werden gebruikt. In de 19de eeuw werd een deel van het duinengebied in concessie gegeven aan de NV Le Coq-sur-mer om er een badplaats uit te bouwen met een uniforme stijl en met inbegrip van een verplichte groenaanleg. Dit leidde tot kleinschalige villabouw met een speels dakenspel. Het Fort Napoleon werd tussen 1810 en 1812 gebouwd in opdracht van keizer Napoleon Bonaparte én is één van de weinige die bewaard gebleven zijn.
ID: 135337 | Landschappelijk geheel
Bree, Opitter (Bree), Gruitrode, Neerglabbeek (Oudsbergen)
De Itter en haar zijbeken sneden smalle valleien uit in het Kempens Plateau. Landschappelijk vormt de Itterbeek ook de overgang tussen het landbouwgerichte noordwesten en de Solterheide ten zuidoosten. Hoewel de oorspronkelijke heide daar is verdrongen door naaldbossen en akkers, worden in wegbermen, kapvlakten of brandgangen toch heiderelicten teruggevonden. Noordwestelijk, op de Nijsenberg en de Steenberg, voeren velden en weiden de boventoon, waartussen verspreide hoeves staan en loofbosjes voorkomen. In Opitter lagen niet minder dan vier watermolens. Vlakbij ligt nog het park Itterdal, in landschappelijke stijl, met merkwaardige boomsoorten, een vijvercomplex en vele bloemrijke delen. Guitrode kent ook een gave dorpskern met onder andere de Sint-Gertrudiskerk en een commanderij van de Duitse Orde.
ID: 135296 | Landschappelijk geheel
Tongerlo (Bree), Kinrooi (Kinrooi), Neeroeteren (Maaseik)
De omgeving rond de Brand is gelegen in het grensgebied van de gemeenten Bree, Kinrooi en Maaseik. Ten noorden loopt de Itter- of Tongerlose Beek als een centrale as doorheen het gebied. Ten westen liggen op de Itter twee watermolens: de Keyaertmolen en Galdermansmolen. Het zwak tot zeer zwak golvend microreliëf is gevormd in een laag dekzand. Omwille van het zwak reliëf en de daarmee gepaard gaande gebrekkige ontwatering is het gebied van nature drassig. De langgerekte, smalle vennen ten noordoosten, Batven en Deunsven, ontstonden in bestaande beekdepressies. Om het gebied te ontwateren en in cultuur te brengen werd een veelheid van grachten en meestal kunstmatige zijbeken aangelegd. De site van het kasteeldomein De Oude Kuil is gevestigd op een drogere duinrug. Het relict-bocagelandschap wordt gekenmerkt door een fijnmazige mozaïek van graslandpercelen, brede houtwallen, houtkant