137 resultaten
ID: 300391 | Landschappelijk element

Brustem (Sint-Truiden), Bommershoven, Borgloon, Hendrieken, Hoepertingen, Piringen, Rijkel, Voort (Tongeren-Borgloon)
In de Romeinse periode werd er een uitgebreid wegennetwerk uitgebouwd om de steden met elkaar te verbinden en de agrarische gebieden te ontsluiten. Van dit netwerk bleven verschillende delen bewaard waaronder het vermoedelijke tracé van de voormalige Romeinse weg of heirbaan van Tongeren-Tienen-Cassel-Boulongne. Deze weg, ook Romeinse kassei of Oude kassei genoemd, is voor het grootste gedeelte nog als weg bruikbaar en is elders overgeleverd als perceelsgrens. Op kaart gezien vormt de Romeinse weg een zeer rechtlijnig traject van oost naar west. Het doorsnijdt verschillende heuvelruggen en -toppen waardoor het op vele plaatsen ingesneden is en een holle ligging kent met hoge bermen met houtkanten. Vanaf de weg zijn vele vergezichten naar de omgeving mogelijk.
ID: 300381 | Landschappelijk element

Groot-Loon (Tongeren-Borgloon)
Grootloon vormde in de middeleeuwen een enclave binnen het Graafschap Loon. Dit landschapsrelict bestaat uit perceelsgrenzen en (holle) wegen die de grens van deze middeleeuwse enclave markeert en landschappelijk leesbaar houdt.
ID: 135255 | Landschappelijk geheel

Mal, Nerem, Tongeren, Vreren (Tongeren-Borgloon)
Ten zuiden van Blaar, tussen Tongeren en Mal, bevindt zich het Park van de Oostelijke Jeker, gelegen in de vallei van de Jeker met natte, alluviale gronden. Behalve de natuurlijke, veelal gekanaliseerde waterlopen zijn er nog talloze waterlopen die niet behoren tot het natuurlijke stoomstelsel. Deze werden aangelegd om het gebied te ontwateren. Het alluvium wordt gedraineerd door ontelbare ontwateringsgrachten die op hun beurt uitmonden in kleine kanaaltjes zoals de Vloedgracht, de Fluwijnensloot en de Flotsbeek. Het landschap van de Jekervallei wordt gekenmerkt door een afwisseling van hooilanden, drassige terreinen, moerassen en rietkragen, dit alles omzoomd door hoogstamboomgaarden, struwelen van els of wilg en populieren. De historische percelering is er grotendeels herkenbaar. In de vallei zijn verder de Blaarmolen en het kasteel Scherpenberg gelegen.
ID: 304383 | Landschappelijk element

Teuven (Voeren)
In de dorpskern van Teuven loopt tussen een woning en de pastorie een smal asfaltbaantje. Deze voetweg loopt parallel met de Dorpsstraat en doorkruist als onverhard pad de weilanden tot aan een aftakking van de Gulp. Oorspronkelijk liep deze voetweg tot aan de Hoofstraat en vervolgens verder rechtdoor over de weilanden tot in Nurop. Deze onverharde voetweg verbond de dorpskernen van Nurop en Teuven langs een alternatieve route dwars over de weilanden, zodat de verkeersdrukte van de hoofdbaan werd vermeden. In Nurop is de voetweg nog deels bewaard als perceelsgrens tussen een perceel akker- en weiland.
ID: 307750 | Landschappelijk geheel

Waasmunster (Waasmunster)
Het landschappelijk geheel ‘Sombekebroek’ omvat de voormalige polder Sombekebroek alsook delen van de voormalige polder Weymeerbroek. Het wordt in het oosten en het noorden begrensd door de oude spoorweg Sint-Niklaas-Dendermonde, in het zuiden door de Durme en in het westen door de wijk Wareslage. Het gebied bestond sinds de late middeleeuwen overwegend uit hooilanden (in de streek meersen genaamd) die ’s winters bevloeid werden met het slibrijke water van de Durme.
ID: 301151 | Landschappelijk element

Viersel (Zandhoven)
Het Viersels Gebroekt ligt in de vallei van de Kleine Nete en werd in het verleden ingericht als vloeiweide. Het netwerk van sloten in functie van de bevloeiing is vandaag nog deels herkenbaar in de huidige graslanden.
ID: 135030 | Landschappelijk geheel

Zandhoven (Zandhoven), Halle, Zoersel (Zoersel)
Het Zoerselbos en Hooidonkse beemden is een weerspiegeling van een oud agrarisch-economisch concept dat deels teruggaat tot de 18de eeuw en met het Hooidonkbos, het beemdensysteem en de landbouwexploitatie deels tot in de Middeleeuwen. Het compartimentenlandschap en de vele sporen van het oorspronkelijke landbouwgebruik geven het gebied een typisch karakter. De vroegste verwijzing naar het gebied gaat terug tot 1233, toen de Hertog van Brabant het bos Hoodonc aan de Abdij van Villers schonk. Later kwam het gebied in handen van de Sint-Bernardsabdij van Bornem. Kenmerkend voor het gebied is het vloeibeemdensysteem. Ook werden er enkele visvijvers aangelegd. Met het kasteel ‘Zoerselhof’, enkele oude hoeves en kapellen omvat dit gebied tevens heel wat bouwkundig erfgoed. Het Boshuisje was een bron van inspiratie voor ‘De Loteling’ van Hendrik Conscience.