Inventaris

Constantin Meunierstraat 49-55, 80-82 (Leuven)
Sobere modernistische burgerwoningen van telkens drie bouwlagen onder een pannen zadeldak, voorzien van grote rechthoekige vensteropeningen vaak met doorgetrokken boven- en onderdorpels en verheven borstweringen of erkeruitbouwsels.

Constantin Meunierstraat 57 (Leuven)
Modernistische burgerwoning uit 1935, naar een ontwerp van architect Georges Decock met een lijstgevel van twee traveeën en drie bouwlagen onder een plat dak met ongelijke natuurstenen gevelaflijning.

Constantin Meunierstraat 6 (Leuven)
Burgerhuis naar ontwerp van architect Georges Decock uit 1939, uit gele baksteen met lekdrempels en muurpijler in zwart ceramische tegels, op volledige hardstenen onderbouw met driedelige garagepoort.

Constantin Meunierstraat 74 (Leuven)
Modernistische rijwoning van de hand van architect Marcel Claes uit 1935.

Constantin Meunierstraat 77 (Leuven)
Volgens de plannen van architect Leo Dierickx opgetrokken rijwoning met een modernistische lijstgevel van drie bouwlagen onder een plat dak met stenen dakrand.

Constantin Meunierstraat 81 (Leuven)
Typerend burgerhuis van modernistische inslag, van architecten Georges Decock en Leo Dierickx uit 1939.

Constantin Meunierstraat 89-97 (Leuven)
Uniforme straatwand met een reeks van vijf modernistische burgerwoningen, allen opgetrokken naar plannen van architect Georges Sterckx en opgesteld in spiegelbeeldschema maar met alternerende details.

Dekenstraat 32 (Leuven)
Halfopen bebouwing naar ontwerp van architect L. Fabri in modernistische stijl: een kubusvormig volume onder een plat dak, getypeerd door verlaagde middentraveeën met een groen pannen dakschild en een centraal langgerekt balkon.

Dekenstraat 4-6 (Leuven)
Instituut voor Fysiologie, waarvan de plannen in 1914 tot stand kwamen als een samenwerking tussen bezieler professor A. Noyons en kanunnik Jan Janssen.

Diestsestraat 129 (Leuven)
Modernistisch pand van 1936 met drie bouwlagen + dakverdieping, volgens de inscriptie in de plint naar ontwerp van architect A. Marchal.