16624 resultaten
ID: 307706 | Landschappelijk element
Passtraat (Zoutleeuw)
In de dorpskern van Dormaal liggen enkele hoogstamboomgaarden, restanten van de vroegere commerciële fruitteelt in en rond Haspengouw. De boomgaarden zijn (deels) omheind met een traditionele veekering van meidoornhaag (Crataegus monogyna).
ID: 200156 | Bouwkundig element
Prins Leopoldplaats 3 (Zoutleeuw)
Neoclassicistisch complex door F. Drossart ontworpen in 1846, een 13 traveeën brede straatvleugel met twee kortere dwarsvleugels die een vierkante binnentuin begrenzen.
ID: 302575 | Bouwkundig / Landschappelijk element
Stationsstraat 1 (Zoutleeuw)
In 1876 gebouwde neo-Vlaamserenaissance villa, naar ontwerp van architect Louis Van Arenbergh, aan de steenweg naar Dormaal en de voormalige spoorlijn Tienen - Tongeren. De villa wordt omgeven door een landschappelijk park van 77,5 are, oorspronkelijk 70 are, met een tot vijver omgevormd gedeelte van de buitengracht van de oude stadsvest. Achter in de tuin, tegen de muur aan de Sint-Truidensesteenweg bevindt zich een koetshuis met aanpalende paardenstal.
ID: 134238 | Bouwkundig / Landschappelijk element
Tien Bundersweg 6-8 (Zoutleeuw)
Rond 1860 lieten de erfgenamen van Jean Pardon, stadssecretaris van Tienen, een villa en een hoeve optrekken. Een verbouwing rond 1902 in opdracht van advocaat Paul Pardon bepaalt het huidige uitzicht van de villa. De oorspronkelijke structuur van de moes- en lusttuin, een deel van de oorspronkelijke beplantingen en een belvedère bleven bewaard.
ID: 57979 | Bouwkundig element
Biezenstraat 3 (Zuienkerke)
De Grote Molen van de Meetkerkse Moeren dateert in zijn huidige vorm van 1811. De poldermolen maalt met een houten scheprad water op in een deels overwelfde watergang die in verbinding staat met de hoger gelegen Blankenbergse Vaart. Het is de enige bewaarde molen van dit type in Vlaanderen. Een gewelfde bakstenen boogbrug over het Moerzwin biedt toegang tot de site met poldermolen en molenaarshoeve, molenaarshuis met aansluitende vroegere stallen en vrijstaand nutsgebouw.
ID: 57980 | Bouwkundig element
Biezenstraat 5 (Zuienkerke)
De site van de verdwenen Kleine Molen van de Meetkerkse Moeren ligt 200 meter ten zuiden van de bewaarde Grote Molen. Het pompgemaal en het vroegere molenaarshuis zijn gelegen langs het Moerzwin dat beide sites verbindt. In 1868 werd de Kleine Molen, een poldermolen met buitenscheprad, afgebroken en vervangen door een pompinstallatie, aangedreven door een stoommachine met schoorsteen. Vanaf 1928 werd het gemaal aangedreven met een dieselmotor, vanaf 1942 door een elektrische motor.
ID: 58061 | Bouwkundig / Landschappelijk element
Blankenbergse Steenweg (Zuienkerke)
Neogotische kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw, opgericht in 1892 naar ontwerp van bouwmeester Joseph Coucke. Rechthoekige constructie in verzorgde rode baksteenbouw op natuurstenen plint, onder een pannen zadeldak. De voor- en achtergevel zijn puntgevels met schouderstukken. Interieur met spitstongewelf, vloertegels met leliemotief en neogotische altaar.
ID: 58066 | Bouwkundig element
Blankenbergse Steenweg 80 (Zuienkerke)
Eén van de grootste en oudste goederen van het Brugse Sint-Janshospitaal, voor het eerst vermeld in 1300. In een ommeloper van 1690-1691 waren twee langwerpige volumes getekend, in elkaars verlengde, ten zuiden van een omwald erf; deze zijn te identificeren als de huidige boerenwoning. Verder nog verschillende verbouwingen in de 19de eeuw. Anno 2002 is de hoeve rechthoekig, nog deels omwald erf met L-vormig geheel van boerenwoning met kern minimaal 17de-eeuws, 18de- en 19de-eeuwse stallen waarvan één met monogram OOB, en bergschuur met datum 1847, aangevuld met losse stalgebouwen. De bakstenen pijlers gaan wellicht minimaal tot de 17de eeuw terug.
ID: 58067 | Bouwkundig element
Bontepoortstraat (Zuienkerke)
Kleine bakstenen kapel, wellicht tweede helft 20ste eeuw.
ID: 58024 | Bouwkundig element
Brugse Steenweg 11 (Zuienkerke)
Historische hoeve met losse bestanddelen van verankerde baksteenbouw, hoog, witgekalkte boerenwoning en een lange erfoprit. Naar verluidt is deze hoeve opgericht in de middeleeuwen door de Orde der Tempeliers, die in 1128 het noordwesten van de parochie Nieuwmunster kregen van de Graaf van Vlaanderen (Diederik van den Elzas). Na de afschaffing van de Orde in 1312 geschonken aan de abdij van Sint-Clara in Brugge. Afgebeeld op de kaart van Pourbus (1571) en op Ferrariskaart (1770-1778) als "De Groote hofste" en Atlas der Buurtwegen (circa 1845). Na Atlas der Buurtwegen vinden verschillende wijzigingen plaats. Onder andere werden de wallen gedempt. De boerenwoning nu met een volume van vijf traveeën van anderhalve bouwlaag en twee opkamertraveeën, onder één doorlopend zadeldak. en rood geschilderd schrijnwerk, luiken. Voor de boerenwoning, een bakstenen muur, uitlopend op de zware bakstenen pijlers van het hekken dat nu het erf afsluit. Klein bakhuisje, stal en schuur,