526 resultaten
ID: 302506 | Landschappelijk element
Dilbeek, Itterbeek, Sint-Martens-Bodegem (Dilbeek)
Het Begijnenborrebos behoort tot de rijkste en best ontwikkelde hellingsbossen uit het centrale gedeelte van Brabant.
ID: 135107 | Landschappelijk geheel
Sint-Martens-Bodegem (Dilbeek)
Sint-Martens-Bodegem is ontstaan uit twee afzonderlijke kernen, rond de kerk en de ‘borcht’ en wordt gekenmerkt door een vrij ongeschonden landelijke dorpskern. Vanaf de kerk is het vrije uitzicht bewaard gebleven. De Molenbeek en de Zibbeek of Plankenbeek vormen twee lineaire elementen die het gebied in noord-zuid richting doorlopen. Bomenrijen, alleenstaande bomen of boomgroepjes kenmerken de valleigronden. Op de hoger gelegen delen komen enkele taluds voor. Ten oosten van het kasteeldomein ligt een open agrarisch gebied. Het kasteeldomein heeft een landschappelijke vijver met bijhorend park.
ID: 300128 | Landschappelijk geheel
Dilsen, Elen, Rotem, Stokkem (Dilsen-Stokkem), Maaseik (Maaseik), Leut, Meeswijk, Vucht (Maasmechelen)
Dit gebied beslaat de uiterwaarden van de Maas tussen Maaseik en Maasmechelen. De meanderende rivier verlegde regelmatig haar loop, waardoor het landschap kenmerkt zich door de aanwezigheid van vele fossiele en verlaten Maasmeanders. Historische dijken zijn nog aanwezig, de dijken zijn pas eind 20ste eeuw aaneengesloten gemaakt om overstromingen te voorkomen. In de tot een kilometer brede uiterwaarden tussen de dijk en de Maas zelf, kan de rivier nog regelmatig overstromen. Een unieke situatie voor Vlaanderen. Het landgebruik in de alluviale vlakte is agrarisch, enkele grote hoeven komen hier voor. Verder zijn er de gehuchten en dorpen, veelal ontstaan aan de toenmalige Maas. Nabij Leut strekt het kasteelpark van Villain XIIII zich uit in de riviervallei.
ID: 135339 | Landschappelijk geheel
Elen (Dilsen-Stokkem), Maaseik, Neeroeteren (Maaseik)
Het gebied strekt zich uit langs de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik. Het vlakke reliëf werd plaatselijk gediversifieerd door latere zandverstuivingen en de vorming van landduinen zoals bij Siemkensheuvel. De bedding van de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik werd waarschijnlijk gedurende de 13de en/of de 14de eeuw gegraven in functie van de Maaseiker stadswallen en de watermolens. Men treft in de westelijke helft van het gebied een kleinschalig oud cultuurlandschap op een plaggenbodem aan in het deelgebied Langeren en De Staart, met een grote dichtheid aan houtkanten, graslanden, akkertjes en geriefhoutbossen. Centraal in het gebied ligt de zogenaamde Tösch, een nat terrein met grote percelen ten zuiden van de Bosbeek. Een uitgestrekt gebied van weiden en akkers op een plaggenbodem bepaalt het uitzicht van het oostelijk deel van het gebied, genaamd Wurfeld.
ID: 300139 | Landschappelijk geheel
Elen, Rotem (Dilsen-Stokkem), Maaseik, Neeroeteren, Opoeteren (Maaseik)
De Zuid-Willemsvaart loopt dwars door het gebied van noord naar zuid. Ten westen van dit kanaal ligt het Bergerven en het Kempisch Plateau, dat hier zijn meest noordoostelijke uithoek kent en eindigt in een smal interfluvium tussen Bosbeek- en Maasvallei. De steilwand in de meanderbocht van Bergerven en de Bosbeekvallei begrenzen het plateau respectievelijk ten oosten en ten noorden. In de omgeving van de voormalige groeve te Berg, die landschappelijk weliswaar erg ingrijpend is geweest, dagzoomt het Zand van Waubach. De groeve en zijn omgeving zijn bestemd als recreatiegebied.
ID: 301162 | Landschappelijk element
Lanklaar (Dilsen-Stokkem), Vucht (Maasmechelen)
Op het voormalige mijnterrein van Eisden liggen vier mijnterrils: de Lange Terril, de Rode Terril en de Tweelingterrils. De zeer droge en doorlatende bodem vormt voor planten en dieren een bijzondere biotoop. Daarenboven vormen de steengruishopen ook nu nog belangrijke herkennings- en oriëntatiepunten in het landschap met een panoramisch zicht op de groene omgeving.
ID: 135185 | Landschappelijk geheel
Eeklo (Eeklo), Lembeke (Kaprijke), Waarschoot (Lievegem)
De dekzandrug Maldegem-Stekene is grotendeels herkenbaar in het landschap door de licht hogere ligging en de aanwezige bosgordel. De Lembeekse bossen zijn een eerder versnipperd naaldbos waartussen weiden en akkers voorkomen. In de bosbestanden herinnert het dambordpatroon aan de historische ontginningsfasen. De Bellebargiebossen- Kwadebossen zijn een loofbosbestand. Vlakbij de Lembeekse bossen staat de kapel van de ‘Bevende Hazelaar’ met datum 1494 erop. De Burggravenstroom was een historisch belangrijke bevoorradingsweg voor Gent en wordt nu nog begrensd door akkers en weiden omzoomd met houtkanten en houtwallen.
ID: 135230 | Landschappelijk geheel
Aaigem, Mere (Erpe-Mere), Haaltert, Heldergem, Kerksken (Haaltert), Herzele, Ressegem, Woubrechtegem (Herzele)
De vallei van de Molenbeek tussen Herzele en Mere heeft een heuvelig karakter doordat de vallei zich in de onderliggende Tertiaire afzettingen heeft ingesneden. Op de Molenbeek komen verschillende boven- en onderslagmolens uit de 18de eeuw voor zoals de Ratmolen met molenaarshuis en de Engelsmolen. In de vallei komen weilanden voor met perceelsrandbegroeiing maar ook bospercelen en bronbosjes die zorgen voor een gesloten karakter. Te Herzele is de vallei van de Molenbeek relatief breed met veel bocage. Hier ligt het kasteel van Herzele in een omringend park met lange eikendreef. De historische continuïteit van bepaalde delen van de Blauwbossen gaat minstens terug tot de 18de eeuw.
ID: 8281 | Bouwkundig element
Burstdorp (Erpe-Mere)
Eenvoudige neogotische pseudobasilicale kerk met ommuurd tuintje en parking. Oudste vermelding van de kerk in 1117: huidige kerk van 1852-1855 naar ontwerp van architect Louis Minard. De plattegrond ontvouwt een ingebouwde vierkante westtoren, een driebeukig schip van zes traveeën, een koor met twee rechte traveeën en driezijdige sluiting, noord- en zuidsacristie in de oksel van koor en schip. Achter het koor, bron van de Heilige Eligius met bakstenen kapelletje met beeld van de Heilige Eligius en twee engelen, 1912 gedateerd.
ID: 135001 | Landschappelijk geheel
Essen (Essen), Kalmthout (Kalmthout)
In het gevarieerde gebied De Nol werd van de 14de tot de 18de eeuw turf gewonnen. Enkele grachten en beken zijn daar nog een overblijfsel van: ze waren vroeger in gebruik als turfvaart, om de turf af te voeren. Het ven van De Nol bleef na de ontginning van het veen als plas over. Het ven heeft een hoge natuurwaarde.