Inventaris

Galerijpad 3 (Zwalm)
Café, begin 20ste eeuw gebouwd, gelegen aan spaarvijver van IJzerkotmolen met sluiswerk, achteraan in U-vormige opstelling kleine losstaande bijgebouwen.

Galerijpad 8 (Zwalm)
Semi-gesloten hoeve, in kern vermoedelijk uit de 18de eeuw maar grotendeels aangepast in het vierde kwart van de 19de eeuw.

Gaverbosdreef (Zwalm)
Bakstenen kapelletje met puntgevel met spitsboogdeur voorzien van ijzeren tralie, volgens kadasterarchief van 1906.

Gaverbosdreef, Steenstraat (Zwalm)
Op traditionele wijze zijn twee kapelbomen aangeplant bij de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van VII Weeën op de hoek van de Steenstraat met de Gaverbosdreef. In de hof achter de kapel zijn er ook vijf taxussen geïnventariseerd.

Gaverbosdreef, Steenstraat (Zwalm)
In de kapelhof is rondom de kapel een aanplanting uitgevoerd met op stamgezette taxussen. Samen met de twee kapelbomen aan de straatzijde vormen ze een mooi geheel.

Gaverbosdreef 17 (Zwalm)
Oude hoeve, voormalig woonhuis met jaartalanker van 1771 omgebouwd tot stallen na de bouw van een nieuw woonhuis parallel aan de de straat in de jaren 1930.

Gaverbosdreef 2 (Zwalm)
Rode bakstenen villa met voorgevel gekenmerkt door open portiek en puntgevel met erker en overstekende bovenbouw, gebouwd circa 1933.

Gaverbosdreef 41 (Zwalm)
De afsluitingshaag langs de Gaverbosdreef bestaat in hoofdzaak uit meidoorn met al dan niet natuurlijke verrijking van es, tweestijlige meidoorn, taxus, hulst, haagbeuk, olm en vlier. De haag is bedoeld om indringing op het erf te voorkomen. Wat de haag hier zo bijzonder maakt is het nog voorkomen van de op stam gezette mispels.

Gaverbosdreef 41 (Zwalm)
De tuin bij het huis Gaverbosdreef 41 wordt aan de straatzijde afgesloten met een geschoren meidoornhaag met daarin een opgaande beuk. De boom heeft de kans gekregen om in de haag uit te groeien als opgaande boom en is hierdoor een beeldbepalend element in de Gaverbosdreef.

Gaverbosdreef 41 (Zwalm)
De tuin bij het huis Gaverbosdreef 41 wordt aan de straatzijde afgesloten met een geschoren meidoornhaag met daarin twee mispels die op een onderstam van meidoorn geënt zijn. Daar de enting op een hoogte van 180 cm is uitgevoerd steken de kruintjes van de mispels, met een doormeter van circa vijf meter, boven de scheerhaag uit. Het betreft hier een cultuurvariëteit van mispel die gehouden werd omwille van de grote vruchten.