Resultaten erfgoedobjecten

< Ga naar zoekformulier

Resultaten erfgoedobjecten

62 resultaten


ID: 135356 | Landschappelijk geheel

Polder en kasteel van Hingene

Bornem, Hingene (Bornem)
Het gebied is een gaaf bewaard polderlandschap langs de Schelde dat langs de zuidrand wordt geflankeerd door een waardevol kasteeldomein. Het domein d’Ursel werd reeds in 1120 vermeld als omwalde hoeve, het huidige kasteel gaat terug tot de periode 1756-1769 toen een adelijke zommerresidentie werd gebouwd als vervanging van een 16de-17de eeuws gebouw. Het kasteelpark evolueerde van een economisch-agrarisch domein in de 16de eeuw naar een reainaissancetuin in de 17de eeuw, tot een landschappelijke tuin die in 1883 werd aangelegd naar ontwerp van Keilig. Binnen het gebied ligt verder het landelijke gehucht Buitenland bekend om de teelt van wijmen en is verder een complex van bossen en polders. Plaatselijke komt een hoge dichtheid aan perceelsbeplantingen voor. De perceelsstructuur en het dijken- en wegenpatroon van dit landschap is historisch stabiel.


ID: 135064 | Landschappelijk geheel

Vlassenbroekse polder en polder van Kastel, Mariekerke en Sint-Amands

Mariekerke (Bornem), Baasrode, Grembergen (Dendermonde), Moerzeke (Hamme), Sint-Amands (Puurs-Sint-Amands)
De polders van Vlassenbroek en Kastel bestaan uit alluviale gronden in een bochtig traject van de Schelde. De Roggeman is een historische Scheldegeul opgevuld met zandig en lemig materiaal. Het gebied ligt op de rand van een oostelijke uitloper van de Vlaamse Vallei met ten westen de stuifzandrug van Grembergen. Vanaf de 13de eeuw werden de broeken ingedijkt en omgezet in vruchtbaar weiland. Op de hoogste delen werden polders ingericht met smalle en langwerpige percelen en een slotennetwerk. Door gebrek aan onderhoud evolueerden de grienden op de schorren naar wilgenhakhoutbosjes. De hooilanden werden in veel gevallen opnieuw rietvelden. In Vlassenbroek en Sint-Amands is het oorspronkelijk karakter van de bebouwing nog vrij gaaf bewaard gebleven met de parochiekerken aan de Schelde, de kaaien en de vissershuisjes. Op de Schelde zijn nog enkele historische overzetten actief.


ID: 135187 | Landschappelijk geheel

Kasteeldomein van Ooidonk en Leiemeersen

Astene, Bachte-Maria-Leerne, Deinze, Sint-Martens-Leerne (Deinze), Deurle (Sint-Martens-Latem)
De Leiemeersen tussen Deinze en Deurle omvatten het kasteeldomein van Ooidonk. De aanleg van het kasteeldomein is vervlochten met het Leielandschap. De kleinschalige dorpskern van Bachte-Maria-Leerne is via de Ooidonkdreef verbonden met het kasteeldomein. De door graslanden gedomineerde meersen bevatten enkele afgesneden Leiemeanders. In het oosten ligt het Kasteeltje Ter Laecke aan een Leiemeander. In het zuiden ligt de site van de sluis en balansbrug van Astene-Sas.


ID: 135188 | Landschappelijk geheel

Vallei van de Zeverenbeek

Deinze, Grammene, Vinkt, Zeveren (Deinze)
De vallei van de Zeverenbeek behoort tot het stroomgebied van de Leie. De broeken bestaan uit natte broekbossen, wei- en hooilanden op een venige bodem. Een fossiele meander in het oosten maakt deel uit van het Leieriviersysteem. Aan de rand van de vallei bevinden zich hoeves. De kleinschalige kern van Zeveren sluit aan bij de vallei.


ID: 135387 | Landschappelijk geheel

Vallei van de Oude Kale, Vinderhoutse Bossen en Slindonk

Landegem, Merendree (Deinze), Drongen (Gent), Lovendegem, Vinderhoute (Lievegem)
De waterloop de Oude Kale en het alluviale meersengebied rond de waterloop wordt omringd door een bulkenlandschap waar kleinschaligheid typerend is. Delen van de kleinschalige dorpskern van Vinderhoute en de driesgehuchten Slindonk, Heystedries en Drieselken en het gehucht Luchteren bevinden zich binnen de afbakening van het kouter- bulkenlandschap. Vaak liggen ze op de overgang van de bulken naar open field (een kouter of een akkercomplex op de hoger gelegen gronden). Merendree telt twee kasteeldomeinen aan de Oude Kale. Typerend voor de Gentse buitengordel is de aanwezigheid van verschillende clusters van kasteeldomeinen, zoals te Vinderhoute, Drongen, Luchteren en Mariakerke. In het gebied zijn verschillende elementen van bouwkundig erfgoed aanwezig, vnl. boerderijen, landelijke bewoning, een windmolen, kapellen.


ID: 135126 | Landschappelijk geheel

Vallei van de Zwarte Beek van Meldert tot Zelem

Schaffen (Diest), Halen, Zelem (Halen), Lummen, Meldert (Lummen)
De benedenloop van de Zwarte Beek vloeit vanaf Meldert (Lummen) in zuidwestelijke richting, om voorbij Zelem (Halen) op te gaan in de vallei van de Demer. De beek kronkelt hier tussen steeds hogere getuigenheuvels. De Zwarte Beek is nog één van de zeldzame waterlopen die haar natuurlijke meandering behouden heeft. Behalve de heuvelruggen komt ten zuiden van de vallei een aantal depressies voor: de Goren, Gorenbroek, Lange Beemden, Bakelbroek, de Leunen en het Rotbroek. Rond het straatdorp Zelem is het landschap aantrekkelijk en gevarieerd met gave vergezichten over de vallei en landschappelijk waardevolle elementen zoals holle wegen, bomenrijen en houtkanten.


ID: 300128 | Landschappelijk geheel

Maasvallei tussen Maaseik en Maasmechelen

Dilsen, Elen, Rotem, Stokkem (Dilsen-Stokkem), Maaseik (Maaseik), Leut, Meeswijk, Vucht (Maasmechelen)
Dit gebied beslaat de uiterwaarden van de Maas tussen Maaseik en Maasmechelen. De meanderende rivier verlegde regelmatig haar loop, waardoor het landschap kenmerkt zich door de aanwezigheid van vele fossiele en verlaten Maasmeanders. Historische dijken zijn nog aanwezig, de dijken zijn pas eind 20ste eeuw aaneengesloten gemaakt om overstromingen te voorkomen. In de tot een kilometer brede uiterwaarden tussen de dijk en de Maas zelf, kan de rivier nog regelmatig overstromen. Een unieke situatie voor Vlaanderen. Het landgebruik in de alluviale vlakte is agrarisch, enkele grote hoeven komen hier voor. Verder zijn er de gehuchten en dorpen, veelal ontstaan aan de toenmalige Maas. Nabij Leut strekt het kasteelpark van Villain XIIII zich uit in de riviervallei.


ID: 300139 | Landschappelijk geheel

Voormalige Schootsheide tussen Elen en Opoeteren en de Bosbeekvallei

Elen, Rotem (Dilsen-Stokkem), Maaseik, Neeroeteren, Opoeteren (Maaseik)
De Zuid-Willemsvaart loopt dwars door het gebied van noord naar zuid. Ten westen van dit kanaal ligt het Bergerven en het Kempisch Plateau, dat hier zijn meest noordoostelijke uithoek kent en eindigt in een smal interfluvium tussen Bosbeek- en Maasvallei. De steilwand in de meanderbocht van Bergerven en de Bosbeekvallei begrenzen het plateau respectievelijk ten oosten en ten noorden. In de omgeving van de voormalige groeve te Berg, die landschappelijk weliswaar erg ingrijpend is geweest, dagzoomt het Zand van Waubach. De groeve en zijn omgeving zijn bestemd als recreatiegebied.


ID: 135212 | Landschappelijk geheel

Scheldevallei tussen Welden en Gavere

Asper, Dikkelvenne, Gavere (Gavere), Zingem (Kruisem), Heurne, Mater, Welden (Oudenaarde), Meilegem, Nederzwalm-Hermelgem (Zwalm)
Dit gebied bevindt zich tussen Welden (Oudenaarde) in het zuiden, Zingem in het westen, Meilegem (Zwalm) in het oosten en Dikkelvenne (Gavere) en Gavere in het noorden. Nagenoeg het volledige deel ten westen van de Schelde behoort tot het alluviale deel van de Scheldevallei. In dit meersenlandschap bevinden zich nog enkele afgesneden meanders. Aan de rechteroever behoren er delen van het gebied tot het Zuid-Vlaams heuvelland (zandleemsteek). Vooral tussen Gavere en Dikkelvenne is de oostelijke steilrand erg uitgesproken. De kouter te Welden ligt op een zandige opduiking. De Scheldevallei wordt gekenmerkt door kleine reliëfverschillen, dit zijn oeverwallen en zandige ruggen of opduikingen.


ID: 135044 | Landschappelijk geheel

Selguis / Kievermontbroek

Geel (Geel), Mol (Mol)
Dit gebied is gelegen net ten oosten van Geel. De vallei van de nog sterk meanderende Molse Nete kent een gaaf bewaard beemdenlandschap dat wordt gekenmerkt door weilanden opgedeeld in langwerpige percelen, die nog grotendeels begrensd zijn door lijnvormige aanplantingen die het geheel een eerder gesloten karakter geven. Langs de noordelijke oever komen talrijke plassen en vijvers voor, ontstaan door de ontginning van veen en turf in de tweede helft van de 19de eeuw. Ook het wegenpatroon bleef mooi bewaard. In de iets hoger gelegen noordwestelijk hoek is er een duidelijke overgang naar grootschaliger landbouwgebied. De afwisseling in vegetatiestructuur, gecombineerd met talrijke overgangssituaties van nat naar droog, resulteert in een rijke flora. De talrijke open waters maken het gebied ook interessant voor aan water gebonden fauna.